woensdag 27 oktober 2010

Fan van

Ik wandel op straat. Het is een heerlijke nazomerdag, er hangt kalmte tussen de huizen. Aan de overkant zie ik een groepje monniken uit een huis komen, over het voetpad wandelen en een ander huis binnen gaan. Dat zag ik nooit eerder in mijn buurt.
Ik wandel op straat. Het is frisjes, een licht wind speelt met de eerste afgevallen bladeren. Ik zie drie mannen in een bruine pij een huis binnen gaan. Daar zijn ze weer! Er is hier toch geen kerk in de buurt? Wat zouden zij hier doen?
Ik wandel op straat. Het is een druilerige regendag, volop herfst. Ik wandel uit de winkel en er komt een man in bruine pij voorbij gewandeld. Gecamoufleerd onder een dikke regenjas met kap op.
Hallo.
Niets.
Excuseer?
Geen reactie.
Hallo!
Hij draait zich om en een paar mooie, heldere ogen kijken mij aan.
Mag ik iets vragen?
Zijn ogen kijken vragend terug en hij zoekt naar woorden.
You don't speak Dutch?
Non, je parle français.
Zijn heldere ogen kijken nu even de andere kant op, zijn schouders verraden een ongemakkelijk gevoel. Ik heb mijn stoute schoenen nu toch al aan dus ik vertel hem dat ik benieuwd ben wat hij hier doet, dat ik hen al eerder zag lopen. Hij volgt hier Nederlandse les, samen met andere broeders. Ze komen uit Polen, op uitnodiging van een broeder hier die met een tekort kampt in enkele gemeenschappen. Hij is Fransiscaner en dat doet me meer plezier dan dat ik zomaar even in het Frans kan uitdrukken.
Ik ben namelijk fan. Fan van een man die leefde zoals hij dat deed en ik kom hem op vele plekken tegen. Niet alleen in Assisi, waar dat nogal evident is, maar ook in Sardinië waar ik onverwacht in een klein klooster van Fransiscus beland. En op een plank in mijn boekenkast staat Het zevenvoudige pad. En nu dus op het voetpad in Berchem, vlak bij mijn deur. Ik zou nog even verder willen praten met deze man, maar hij wordt er echt te ongemakkelijk van en het weer werkt ook niet mee. Bovendien word ik ongemakkelijk van mijn Frans, dus we nemen afscheid en ik bedank hem voor het gesprek. Daar gaat hij, met zijn bruine pij en zijn heldere ogen. Ik roep nog snel 'succes' tegen zijn rug. Het woord golft hem achterna en hij werpt een korte blik achterom.
Fijne ontmoeting voor een fan.

maandag 25 oktober 2010

Parels voor het ontbijt

Hoe belangrijk is het kader waarin wij in aanraking komen met kunst? Een schilderij is kunst want het hangt in een museum. Een lied wordt kunst omdat het in de opera op de planken wordt opgevoerd. Een foto is kunst omdat Kunst in Huis hem uitleent. We creëren een kader, we maken afspraken. En er zijn mensen die dan kunnen beslissen wanneer iets in dat kader past.
Washington Post organiseerde enkele jaren geleden een geweldig experiment om dit systeem zichtbaar te maken. Stel je voor: het is een koude ochtend in januari. Je bent gehaast, je moet naar je werk en zoals gewoonlijk ben je te laat opgestaan. Je rent door de deuren naar de metro-ingang om hopelijk nog net mee te glippen met de eerstvolgende metro. In een glimp vang je wat muziek op. Weer zo'n straatmuzikant, gaat er door je gedachten en een tel later zit je in het metrostel, met je gedachten al op je werk.
Of nog: je bent opgestaan, zenuwachtig, want je hebt een belangrijke presentatie op je werk en je moet eerst nog je dochter naar de crèche brengen. Aan de metro-ingang staat een violist en je dochtertje trekt aan je arm want ze wil kijken en luisteren. Na exact een minuut zogenaamd geduldig wachten sleep je haar verder want dit heeft lang genoeg geduurd.
Het kan ook zijn dat je de man ziet en dat je gedachten uitgaan naar zijn financiële situatie. Zou hij hiervan kunnen leven? Zou hij best met een lege koffer beginnen zodat mensen medelijden met hem hebben of gooit hij beter zelf al wat geld in het laatje zodat mensen zich gesteund voelen 'anderen hebben hem ook al wat gegeven'. Van zijn muziek hoor je echter niets.
En wat te denken van: je wandelt op je gemak van de metro naar de uitgang en je hoort plots geweldige vioolmuziek. Je kijkt waar die vandaan komt en je ontdekt dat niemand minder dan de virtuoze, internationaal bekende Joshua Bell daar staat te spelen. Met open mond kijk je naar het schouwspel: spitsuur, Bell aan het spelen, een koffer met wat kleingeld voor zijn voeten en niemand die op hem let. Wat is hier gaande? Je zag hem immers zelf drie weken geleden live optreden voor een uitverkochte zaal.
Dat was er dus gaande, een sociaal experiment waarbij pijnlijk duidelijk werd dat wanneer mensen iets subliems meemaken, ze daar geen aandacht aan besteden als hun prioriteit elders ligt. Bovendien wilde dit experiment ook kijken naar de publieke smaak: zou schoonheid bovendrijven in een gewone dagdagelijkse omgeving en op een ongewoon tijdstip? Van de duizend passanten herkende er slechts eentje deze bekende violist en verder nam er slechts een enkeling de tijd om te luisteren, even te stoppen en te genieten van dit uitzonderlijk moment.
Terwijl de violist twee dagen tevoren in een uitverkocht theater had gestaan met entreeprijzen vanaf 100 dollar. Terwijl hij zowel in het theater als in de metro op zijn Stradivarius speelde. Terwijl hij evengoed zes prachtige stukken van Bach had gespeeld.
Ook Joshua Bell was geraakt door dit experiment. Met name door wat er gebeurde telkens als de muziek stopte. Overweldigend niets. Dezelfde mensen die de muziek niet opmerkten, merkten het ook niet op dat die stopte. Geen spontaan applaus, geen staande ovatie. De meeste mensen renden hem voorbij alsof hij onzichtbaar was.
Het volledige artikel van de Washington Post "Pearls Before Breakfast" vind je op volgende link http://www.washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2007/04/04/AR2007040401721.html
Geniet ervan en wees altijd daar waar je bent, wie weet wat voor wonderlijks maak je mee...

zondag 17 oktober 2010

italian cars

Ze zijn er in alle maten en gewichten en kleuren. Er rijden wel opvallend veel kleinere formaten rond dan hier bij ons. Dat is ook nodig want de kleine steegjes in het oude centrum hebben kleine maten nodig om te kunnen parkeren. En met hun vier wielen dienen ze vooral om te rijden, maar in Sardinië worden auto's ook veel creatiever gebruikt.
In no time toveren ze deze kleine, multifunctionele brooddozen om tot rijdende kantoren, alternatieve studeerplekken of ideale lounge plek om je liefje te versieren. Je ziet ze vaak in hun eentje of met z'n tweeën in zo'n karretje, maar soms is er ook plaats voor vijf, als een clubje jonge macho-mannen carpoolt naar een feestje, maar eerst wat wil aperitieven met zicht op de zonsondergang. Ongeveer elke tien meter staat er wel een auto langs de kustweg en het is leuk om te ontdekken of die gewoon geparkeerd staat of niet. Luide muziek maakt dat van op afstand wel duidelijk, evenals aangeslagen ramen. Ook de verzameling brommertjes rond een auto met open ramen vertelt voldoende. Maar vaak is het schrikken, want dan lijkt een auto van op afstand leeg en als je dan voorbij wandelt zit daar toch een man in, stilletjes voor zich uitkijkend. Zou auto-mediteren een alom verspreide hobby zijn in Sardinië? En zou die nieuwigheid dan overwaaien naar het vasteland?

woensdag 13 oktober 2010

Beschermengels

Het platteland van Sardinië is niet erg fietsvriendelijk. We belanden meteen op een drukke weg waar we zo recht mogelijk op de witte lijn proberen te rijden, zo dicht mogelijk bij de kant te blijven en proberen niet omvergeblazen te worden door dikke vrachtwagens en bussen. Niet altijd zo prettig dus. Maar er zijn ook kleinere, charmante wegen die roepen 'Ja, sla hier maar af, rij maar langs hier'. Wat wij met veel plezier doen. Langs afgelegen huisjes, kleine olijfboomgaarden en half afgewerkte bouwsels.
Erg voorbereid zijn we echter niet. We hebben alleen een kaart met de grote wegen naar de luchthaven en naar het volgende dorp. We hebben dan ook geen idee waar die kleine, charmante wegen naartoe leiden. Daar hebben we al geluk mee gehad. Een fijn dorpje Fertilia, een historische site met graftombes van 3000 voor Christus, een grote wijngaard, dat vonden we allemaal op goed geluk. Deze keer lijkt het minder te lukken. Het weggetje kronkelt totaal de foute kant uit, wij willen graag naar rechts! We belanden op een onverharde weg die een schoon landschap verkent. Zouden we volgen? Natuurlijk, wie weet welk een geweldige short cut ontdekken wij hier!
Driewerf helaas, de weg eindigt bij wat koterij met een moestuin. We kunnen dus helemaal terug en beginnen stilaan aan het einde van onze fysiek te geraken. Dit is een ontspannen fietstocht op een ontspannen vakantie! Het begint stilaan op wat anders te lijken. Maar we gaan door, want we kunnen niet anders. Blijkt dat de kleine, charmante weg een grote lus maakt en dat we weer op de grote baan zullen belanden, met al dat Italiaans voorbijrazend verkeer.
Maar als de nood het hoogst is, is de beschermengel nabij.
Vooraleer we de terugweg kunnen inzetten, komt er achter ons een grote blauwe bus gereden. Het weggetje is zo smal dat we met fiets en al de kant in moeten. Als de bus op onze hoogte is, gaat de deur open en wenkt de chauffeur. Stap maar in, gebaart hij. Ik wijs naar mijn fiets en hij blijft knikken. Ik probeer eerst met fiets en al op te stappen in de bus die leeg is op de chauffeur en zijn kompaan na. Uiteindelijk belanden onze fietsen in de laadruimte van de bus en wij belanden zonder kleerscheuren op onze eindbestemming, op een zachte zetel voor onze pijnlijke konten en zonder uitlaatgassen in onze neus.
Beschermengels. Een fijne taal om machtig te zijn, zeker in het buitenland.

maandag 27 september 2010

Kastanjerijst

Het avontuur is begonnen. Ik ga vandaag voor het eerst een maaltijd uit het vijf elementen kookboek maken. Dat ligt al een jaar of vijf in mijn keukenschuif verstopt en nu is het blijkbaar hét moment. Zoals veel vrouwen uit mijn omgeving let ik op mijn eten en ik vermoed zelfs dat velen denken dat ik gezond eet. Mijn gezond eten is echter erg relatief en afhankelijk van de dag. Het kan altijd beter. Voedingsrichtlijnen die allerlei voedsel verbieden, daar reageer ik niet zo goed op. Want dan wordt eten plots niet meer zo leuk. En het mag toch plezant blijven hé. Daar lijkt het wel op bij de vijf elementen. Voedsel wordt gegroepeerd op basis van hun energetische waarde en dus volgens één van de vijf elementen hout, vuur, aarde, metaal en water. Op goed geluk kies ik enkele gerechten uit. Salade van rode bieten en komkommer, kastanjerijst en gegratineerde bloemkool met tarwebier. De recepten zijn eenvoudig en duidelijk, maar er staat toch veel bij dat ik niet in huis heb. Naar de winkel dus. Tarwebier, een ei, peterselie, sjalotjes, citroen, mosterd dat zijn allemaal zaken die je nog wel vindt in de Colruyt. Maar boekweit, rondkorrelige rijst en geschilde en ontvelde kastanjes die hebben ze daar niet. Dat tarwebier trouwens enkel in pakken van acht dus dat telt ook niet. Op naar de natuurvoedingswinkel. Met al dat bio-gezond-koken ben ik intussen wel stevig de lucht aan het vervuilen door met de auto van winkel naar winkel te racen. Zucht, bewust leven, 't is een vak apart. Kastanjes dus. Neen, die hebben ze niet. Of toch wel, hier, reeds gekookte en vacuümverpakte van een of ander sjiek merk. "Voor slechts 6 euro, dat is wel heel duur hé", zegt de verkoopster er zelf bij. Wat mij natuurlijk een opening geeft om te melden dat ik eerst bij de Turk aan de overkant zal informeren. Waarvan ik eigenlijk niet zeker ben dat het een Turk is. Correctie, ik ben zeker dat het geen Turk is, maar ik weet niet welke nationaliteit hij wel heeft. Ik moet in elk geval vaak met hem lachen, humor doorbreekt de landsgrenzen. Of hij kastanjes heeft? Neen, buiten zijn er veel, in het park. Oké, ik zou nu dus in mijn auto kunnen springen, naar een of ander park racen en daar kastanjes gaan rapen, ze dan thuis schillen en ontvellen en heel misschien kan ik dan tegen morgenavond eens aan mijn rijst beginnen. Geen optie dus. Terug naar de overkant naar de bio-winkel. De winkeldame heeft intussen nog een pak gedroogde kastanjes gevonden voor 7 euro; "Maar 't zijn er in verhouding wel meer," en dan leest ze verder op het pak: "7 uren laten weken en anderhalf uur koken, moet dat nog voor vandaag zijn?" Er zit niets anders op dan het sjieke pak kastanjes mee naar huis te nemen. Dat had ik als kind nooit gedacht toen wij daar elke herfstavond bij de kastanjebomen in de buurt onze zakken gingen volladen met wat de natuur ons zomaar schonk. Kastanjes kosten geld, en veel. Zo gaat dat als je in de stad woont.
Het was in elk geval een goeie oefening om kordaat voor de juiste ingrediënten te gaan en goed voorbereid aan de start te verschijnen. Want wat bleek ettelijke keukenuren later? Het smaakte. Jawel, het smaakte dat het lekker was. Mijn eerste maaltijd kon met de nodige bescheidenheid geslaagd genoemd worden. De hoeveelheden kunnen altijd nog beter - ik kan de komen drie maanden kastanjerijst eten - maar de smaak was er. Hoera, vijf maal hoera.

maandag 6 september 2010

Stress

Spirit, dat is de eetplek waar we zitten. Je kuiert langs een overheerlijk buffet, schept op wat je maar wil en betaalt aan de kassa het gewicht van je eten. En dan zoek je een vrije tafel.
Naast ons zet zich een koppel met een hond. Een leuk beest, maar wel wat zenuwachtig. Het draait zich de hele tijd met zijn les vast rond de stoel- en tafelpoten. Het vrouwtje schuift de hele tijd op haar stoel om tegen de hond te praten, om te zien wat de hond doet, waar de hond is. Zij is sportief gekleed, het lijkt van ver op een outfit waarmee je op safari kan. Een halflange broek, een vestje zonder mouwen met heel veel handige zakjes en stevige stapschoenen aan. Een hele boel rimpels sieren haar gezicht, dat er verder erg bleek uitziet. Haar man lijkt net van de golfbaan te komen waar hij een lekker partijtje gespeeld heeft, in de zon. Vers gewassen, bruin kleurtje, mocassins aan, haar netjes naar achter gekamd en keurige kleren aan.
Ze praten en de zin "Jolien vindt dat ik stress heb, vind jij ook dat ik stress heb?" valt plompverloren in mijn oren. Dit wordt leuk. "Ja, dat vind ik ook", antwoordt hij vlot, zonder er ook maar een seconde over na te denken. "Hoe lang vind jij dan al dat ik stress heb?" wil zij weten. "Een jaar of twee", zonder verpinken, zonder emoties. Zij spert haar ogen open. "Twee jaar al? En je zegt me niks. Hoe kom jij nu op die twee jaar?" Waarop hij kalm:"Nou ja, je gaat al twee jaar door met hollen, zonder er ook maar een paar dagen tussenuit te zijn geweest." Daarop valt zij stil. Ze kijkt naar haar bord, naar de hond en eet zonder veel smaak verder. Haar schouders die net nog strijdlustig stonden, lijken wat te hangen. Ze zucht. Ze zijn klaar. Hij betaalt de rekening en wandelt naar buiten terwijl zij de hond en de stoel ontwart. Met korte passen beent ze achter haar man aan.

zaterdag 31 juli 2010

Kaketoe

Een park, een regenachtige zaterdag en een bank. Zij ligt met haar hoofd in zijn schoot. Er komen honden voorbijgesneld samen met hun baasje. Een bokser heeft een dikke stok in zijn bek, het baasje houdt de andere kant van de stok vast. Het beest hoort het koppel en wil kijken, maar hij wil tegelijk de stok in zijn bek houden. Het ziet er ongemakkelijk uit. Twee kleine murmels dribbelen richting bank, maar snellen het pad weer op als ze hun baasje horen. Een dame die wandelt, een sigaret rookt en in een boek leest, dat allemaal terwijl ze haar honden uitlaat. Multitasken heet dat dan en vooral ook doen alsof je niet tussen prachtige bomen wandelt, maar gewoon thuis op de bank zit.
Hij op de bank vertelt aan haar in zijn schoot over de huisdieren die ze vroeger bij hem thuis gehad hebben. Katten en honden maar ook een kaketoe. Het was een witte, een wilde, gekocht op de markt. Het beest was in het begin langs geen kanten te benaderen, erg schichtig en had een bek als een tang. Hij kwam in huis rond de kerstperiode, kreeg de naam Poethi en een hok dicht bij de kerstboom. Op een dag vloog hij de kamer in en landde in de kerstboom. Daar begon hij plots als een gek met zijn bek de takken af te knippen. Hij had wellicht een ander idee over de vorm van de boom en aangezien hij nog zo wild was, kreeg niemand hem te pakken. De ene na de andere tak belandde op de grond. Uiteindelijk vonden ze er niets beter op dan dat hij als oudste zoon dikke, leren handschoenen aan zou doen om de vogel te vangen. Het beest verweerde zich hevig maar kon de strijd niet winnen. Twee stevige armen en dito wanten waren te sterk.
Na een tijd is het beestje heel tam geworden en kon je er ongeveer alles mee doen. Behalve als je handschoenen aanhad, dan werd hij giftig en begon hij te blazen. Blijkbaar een klein trauma opgelopen.

maandag 12 juli 2010

Exploration





At any given moment, no matter where you are, there are hundreds of things around you that are interesting and worth documenting.'
Dat prijkt op de achterflap van het boek dat ik als geschenk krijg: 'How to be an explorer of the world.' De gever wil maar wat graag mee op exploratietocht. Zo gezegd, zo gedaan. Op een veel te zwoele Vlaamse feestdag krijgt de bakfiets een zonnedak, een koelbox en een mand met allerlei dingen die je nodig denkt te hebben op zo een tocht. Een kussentje voor het achterwerk en eentje voor de rug maken het geheel af.
We documenteren onze tocht met foto's, maar ook met tekeningen. Vlakbij huis en zo veel te zien.
Roze flamingo's in een tuin van een rijtjeshuis.
Allerlei verklede figuren die in het Gentse water springen.
Mannen die op zuiderse wijze het voetpad gebruiken.
Voor onze verdere ontdekking trekken we het park in want 'exploration 22' zegt: "Visit a local parc, create a color-coded map of the position of the other people in relation to you. Note what the people looked like (what they were wearing)." En dat doen we.


Of tenminste we doen toch een poging, want het aantal mensen en hun juiste positie verandert erg snel in een park. Zeker als die mensen een spel aan het spelen zijn, zoals dat nieuwe spel met die houten blokken. En die mensen die het plots te heet krijgen op het bankje in de volle zon en naar een schaduwplek op het gras verschuiven. Een koppel of niet? Hij wil wel maar zij niet? Het tweetal wat verder op is veel duidelijker in hun lichaamstaal: zij flirt, hij ligt stoer op zijn ellebogen achterover geleund. Als er een vijftal kerels met brommertjes op hooguit een meter van ons komt zitten, terwijl er verder nog massa's vierkante meters vrij zijn, is het tijd om onze fietsmobiel weer in te laden. Waarheen? Waar de trapster ons heen voert.
De reacties van de mensen die we voorbij fietsen zijn erg verschillend, maar meestal vooral breedlachend. Een enkeling wil volgende keer graag mee, iemand op een terras hoor ik zeggen: "Ah ja, dat is zo'n stadstaxi" en nog een andere laat ons vriendelijk oversteken, met de duim omhoog. We belanden op een verrassende rommelmarkt en op een gezellig en vooral fris binnenterras (eetkaffee Multatuli!).

Verder is vooral het fietsen op zich het meest vermakelijk. We tjezen bergaf, ik steek mijn armen in de lucht, Bobbejaanland is hier niets bij.
Nog 58 explorations te gaan, dit is een geschenk vol langdurig plezier.

zaterdag 10 juli 2010

Schip

Met deze hitte is er om 23u geen haar op mijn hoofd dat aan slapen denkt. Fietsen, dat is het beste, dan maak je zelf wind en heb je tenminste het idee dat je een beetje afkoelt. Nog beter: fietsen over de kaaien langs de Schelde. Midden op die kaaien staan hekken. Er is gelukkig een kleine opening die fietsproef is. Twee mannen komen van de andere kant. 'Mevrouw, dit is de péage. Je moet betalen. Pas op, niet te snel rijden, want je komt er nog een tegen.' Ik glimlach, ze dragen allebei een oranje t-shirt. 'Je kent dat toch, een péage?' 'Jaja, dat ken ik zeker.' Ik fiets verder over de donkere kasseien.
En dan doemen ze op, onverwacht, vanuit het donker: de masten van de zeilschepen die al aangemeerd zijn voor de Tall Ships Races. Dat was even uit mijn gedachten gegaan, maar ik ben blij dat mijn wielen me hier gebracht hebben. Dit is dan ook het ideale moment om te komen kijken naar wat er al ligt. Niet op de dag zelf als er tienduizenden komen kijken. Nu kan ik met gemak met mijn neus tot tegen de schepen en rustig alles bekijken. Al dat hout en die touwen, de lengte en de hoogte. Ze zijn indrukwekkend en ik beeld me in dat ik op een wilde zee zit met schuimende golven en de punt van het schip klieft er dwars doorheen. Een machtig gevoel moet dat geven. Tot ik het me zo realistisch kan inbeelden dat ik besef dat ik tegen dan als een angstig haasje in een kleine kajuit zal schuilen. De grootsheid van open zee, ik ken ze niet en ik bekijk nieuwsgierig de zeemannen en zeevrouwen op deze schepen. Wat zouden zij al hebben meegemaakt met hun schip?

zondag 4 juli 2010

Ontdekt!

Een onverwachte avond in de stad, mooie weer, op de fiets. Een ijsje eten aan de Schelde. Kijken naar het gladde wateroppervlak. Kijken naar mensen die dansen op de Grote Markt, want België is voorzitter van de Europese Unie en dat moet gevierd. Zoals in andere steden, allemaal samen dezelfde dans. We fietsen verder doelloos door de straten, genietend van al wat bruist, langs volle terrasjes, langs auto's die vol instrumenten geladen worden, het optreden zit er op. Dicht bij huis wijst een pijl van de Zomer van Antwerpen een onbekende straat in. Zou hier wat gaande zijn? We proberen eens. En het is gek, want dit is een straat waar ik duizend maal voorbijfietste, maar die ik nog nooit nam. En nu is het donker, ik fiets hier en voel me een toerist. Er wandelt of fietst verder geen kat in deze dode straat zonder bomen, zonder huizen en met gesloten fabrieksmuren. Tot er een opening is waarachter muziek klinkt. Hier leeft wat, het trekt. We belanden op een gezellige binnenplaats net op het moment dat er een serie kortfilms begint. Her en der staan tafels, een glitterrode caravan staat onder het scherm naast een grote reisbus waarin ik een keuken ontdek. Alles ademt een relaxte sfeer, we zetten ons, drinken een glas en kijken naar de films. Dit heeft alles weg van vakantie in eigen stad. En zo wordt de Zomer van Antwerpen toch weer leuk, want ik heb hem zelf kunnen ontdekken.

zondag 27 juni 2010

Hangmat

hij: ooh, nu heb ik zin om gezellig in een hangmat te hangen
zij: daar kan voor gezorgd worden
hij: (verbaasd want hij dacht dat zijn wens veel verder weg was dan nu blijkt) hoezo, waar dan? toch niet aan deze haken? heb jij een hangmat dan?
zij: (wandelt lachend weg zonder iets te zeggen en komt terug met een blauwe hangmat)
hij: waar ga je die hangen?
zij: aan deze haken
hij: zijn die sterk genoeg dan
zij: ik hang die daar al drie jaar aan
hij: (kijkt ongelovig naar haar acties en zwijgt)
zij: je zal zien, het ligt geweldig (en legt zich relaxed in de hangmat)
hij: (staat onrustig naast haar) dit is gevaarlijk! die hangmat hangt veel te hoog en trekt zo de haken uit de muur, ze moet veel meer doorhangen zodat de kracht de haken naar beneden trekt
zij: maar ze doen het toch al drie jaar goed (en blijft liggen)
hij: (verzet de bloempotten onder de hangmat zodat ze daar alvast niet kan op vallen) heb je al eens van metaalmoeheid gehoord? die haken krijgen elke keer een lichte draai als je in de hangmat beweegt. Daar verslijten ze van en op een keer breken ze gewoon.
zij: (zucht) dit is nu eens ontspannen in een hangmat hangen proficiat, je bent niet meer de enige ongeruste mens. hoe ga je het dan verhelpen?
hij: met een touwtje ze wat meer laten doorhangen
zij:(komt gelaten uit de hangmat)
hij: hier heb ik er al een, deze is perfect
zij: (kijkt toe hoe hij de hangmat vakkundig vastknoopt)
hij: (gaat trots de hangmat uittesten)
zij: (ligt in een deuk van het lachen want hij zit gewoon met hangmat en al op de grond)
hij: oké dit is net wat te laag, maar ik stel dat wel even bij
zij: dit is toch veel te omslachtig, ik lag hier altijd al perfect!
hij: probeer jij nu nog eens
zij: (kruipt onhandig in de hangmat die veel te laag hangt) dit is niks, ik zie gewoon de onderkant van de tafel en de stoelen en als ik me wat rechter zet, raakt mijn kont de grond
hij: (lacht) maar het is wel veilig zo
zij: wat ga jij doen als je ooit kinderen hebt?
hij: het hele huis afplakken, alle hoeken vijlen, hen een valhelm en kniebeschermers opzetten, zodat als ze dan vallen, ze vanzelf weer rechtop stuiteren
zij: (kruipt lachend en minstens even onhandig weer uit de lage hangmat)zo, deze kunnen we alvast opbergen tot er nieuwe haken zijn. met al die mogelijke gevaren kruip ik er zelf ook niet meer in.
hij: (zichtbaar blij met het resultaat)

maandag 31 mei 2010

Bever

Ze liep recht op hem af. Haar hart bonste in haar lijf, het beukte tegen haar ribben alsof het er elk moment kon uit losbreken. Op dit moment had ze haar hele leven gewacht. Van kind af, toen ze nog met de lego-blokken speelde, keek ze al naar hem op. Nu zou ze hem in levende lijve ontmoeten en ze hoopte maar dat ze niet in katzwijm zou vallen. Gelukkig had ze eerst enkele biertjes achterover geslagen, een beproefde truc die ze tijdens haar examenperiode had toegepast voor mondelinge examens waar ze té zenuwachtig voor was.
Nu, dit was het moment, er stond niemand bij zijn tafeltje. Ze nam zijn boek uit haar tas en legde die voor hem, met de vraag het te signeren. Hopelijk merkte hij haar snelle ademhaling niet en de lichte trilling in haar arm. Rustig keek hij haar aan en vroeg ‘voor wie?’. ‘Natasja’, stamelde ze. Waarop hij breed lachte en zij in één klap over haar zenuwen was.Door die brede lach kreeg zijn gezicht immers de hopeloos domme uitdrukking van een bever. Kleine gretige kraaloogjes boven veel te brede tanden. Ze voelde zich met een smak terug op de aarde geworpen. Soms is het beter je idolen op een afstand te plaatsen en ze daar te houden.

woensdag 26 mei 2010

Relaxen in Manhattan

Ok, hier gaan we binnen. We hebben immers gehoord dat manicure en pedicure in dit deel van Manhattan goed en goedkoop zijn dus om onze reis in stijl te laten verlopen, duiken we even onder in de wereld van 'Daily Spa'. Twee Aziatische dames springen recht, knikken uitgebreid en zetten de relaxstoelen al klaar nog voor wij iets kunnen vragen. Hoe lang duurt het, hoeveel kost het, welke kleuren hebben ze, wat is er inbegrepen,...? Wij zijn Westerse toeristen die waar voor hun geld willen. Als antwoord wapperen de dames met hun handen, alles komt wel goed. Daar liggen we dan, half achterover in een lederen relax met één voet in een warm bad en de andere op een handdoek, in de handen van een wildvreemde die vervaarlijk met vijlen en tangen en scharen aan de slag gaat. We kijken elkaar aan met lichte onrust in onze ogen. Is het niet de bedoeling dat dit ontspannend is? Een tik op mijn voet roept mijn aandacht, 'wisselen' gebaren de handen, dus de ene voet duikt onder in het water dat intussen een bubbelbad is geworden en de ander legt zich schuchter op de handdoek. Alles roept 'relax'! De handen vijlen en knippen lustig verder. Elk gesprek wordt met de glimlach op afstand gehouden. Stilaan worden mijn tenen deze behandeling wat gewoon en kunnen mijn billen zich ontspannen. Ik zak wat verder achterover. Tot plots de dame hard in mijn kuiten knijpt, met haar duim langs mijn scheenbeen naar boven schuift en samenzweerderig vraagt: 'Massage? Like massage? 15 dollar more!' Op het moment dat je het zwakste bent, net wat ontspannen en hunkerend naar meer, vragen ze dit. Goede timing, dat zeker. Wij houden vast aan onze toeristische rol (geld uitgeven no matter what) en knikken gedwee ja. Daar gaat ze: kneden, kloppen, wrijven alsof mijn benen een klomp klei zijn die ze zacht wil krijgen. De blauwe plek op mijn ene been is er niet zo blij mee, maar nadat ik er haar attent op maak, weet ze die handig te omzeilen. Uiteindelijk is het voorbereidend werk klaar, het nagels lakken kan beginnen. Behendig draait de dame een wit doek tussen mijn tenen, ik voel me 10 hotdogs tegelijk. Ze schuift ook nog de nieuwste sloefjes rond mijn voeten zodat ik na het tenen-werk op mijn elegantst naar de manicure-tafel kan schuifelen.

Als toetje smijten we er ook nog een stoelmassage achteraan. Hoewel hier de omstandigheden niet ideaal zijn: schuif-sloefjes, nagellak die nog moet drogen waardoor je je handen zo onhandig van je lijf houdt en je met je vingers niet te veel wil bewegen, een masseuse die niet veel traagheid verdraagt én een rokje. Dit alles zorgt er voor dat het heel erg moeilijk wordt om op zo'n stoel te kruipen. Nadat ik alles weer in positie geschoven heb en zelf goed zit, zet de dame met een duidelijk gebaar haar wekkertje op een kwartier. Zoveel minuten vragen we, zoveel minuten krijgen we. Daarop zet ze zich schrap en begint met ellebogen, knokkels, onderarmen en haar volle gewicht mijn rug te bewerken. In een mum van tijd voel ik me alsof ik door een mangel word gehaald en toch voelt het ook weldadig. Vooral het moment dat de dame even stopt en ik mijn bloed weer voel stromen.
Intussen denk ik de hele tijd: blijven ademen, dat is het belangrijkste. De wekker loopt af, ze zetten ons aan de nagellak-droogblazers, we betalen, we discussiëren over de tip en ik wil mijn schoenen aandoen. Daar heeft de dame echter wat op gevonden: met verse nagellak kan ik zo mijn schoenen niet in, dat is haar werk oneer aandoen, ze geeft me twee plastic zakjes met de vraag die over mijn voeten te trekken en zo in mijn schoenen te stappen. Mijn glimlach bevriest om mijn lippen, ik doe wat ze vraagt en als we weer buiten in het felle zonlicht staan merk ik na tien stappen dat ik al begin te zwemmen in mijn schoenen. Die dingen gaan uit, zo snel mogelijk en ik wandel verder met een echte glimlach om mijn lippen, alsof iedereen kan zien dat ik een verse toeriste ben met vers gelakte nagels.

donderdag 29 april 2010

het roept

Beste bloglezer
Dit is een ongewone blogtekst. Het is een oproep. Ik zoek één persoon die mee onderstaande workshop wil volgen. Ik ben gebeten door het boekbindvirus en wil hier snel werk van maken. Onderstaande basiscursus kan je op aanvraag volgen, het liefst wil ik die in juni of juli al volgen en graag op maandagen. Wie zin heeft, mail me even. Dan spreken we verder af.

Meer info vind je op www.atelierluka.be:
Onze intensieve workshops richten zich tot grafisch ontwerpers, studenten, kalligrafen, schrijvers, drukkers en kunstenaars die geïnteresseerd zijn in het werken met boek
structuren en technieken zonder daarvoor de volledige leergangen van een avondschool te moeten volgen.
Er is géén vooropleiding vereist.
U krijgt van ons de theoretische en praktische informatie over de materialen en wij leren u de vaardigheden om zelfstandig te kunnen werken. Wij zorgen voor het specifieke gereedschap en voor het materiaal. Ons atelier is niet groot en we werken met twee of maximum drie deelnemers, een garantie voor een individuele begeleiding.
Basiscursus

Op 2 zaterdagen maken we theoretisch en praktisch kennis met papier, karton, linnen, kleefstoffen en de gereedschappen.
We werken aan verschillende 1 & 2-katern - bindingen en kleefbindingen die we voorzien van flexibele en harde kaften.

maandag 5 april 2010

Rondje Dordt








Met de watertaxi van Rotterdam naar Dordrecht. Je komt langs leuke plaatsjes met gekke namen als Alblasserdam en Hendrik Ido Ambacht. Maar vooral kom je op het einde in Dordrecht aan, verrassing! Voor mij toch. Tijdens de wandeling doorheen het oude stadsgedeelte, aangeduid met bordjes 'Rondje Dordt', kwam ik allerlei leuke etalages tegen. Als ik dan zocht naar wat voor winkel dit was, dan bleek het om een 'gewoon' huis te gaan. Niets te koop. Geen openingsuren. Louter pret voor het oog van de voorbijganger.

zondag 4 april 2010

Vrolijk ritueel

Er brandt een paaskaars op mijn tafel, een souvenir uit de Paasmis van deze voormiddag. Een ontroerende mis, maar ik raak bijna altijd ontroerd als er veel mensen geconcentreerd samenzijn rond iets waar ze in geloven. Bovendien heb ik het geluk dat er in de kerk in mijn buurt een getalenteerd priester de mis doet. Hij heeft kaas gegeten van verhalen vertellen, spanning opbouwen en de mensen bij de viering betrekken.
Net voor de mis begon, kwam er een Afrikaans gezin binnen gewandeld. Drie kinderen volledig in het wit en de dames in feestoutfit. Ik dacht: 'Is wit de symboolkleur van Pasen? Dan gaan zij er wel voor. Zo'n zwarte velletjes en dan dat felle wit, dat werkt.' Maar al snel bleek dat deze kinderen tijdens de mis gedoopt zouden worden. Het voelde bijzonder om daar bij aanwezig te zijn ook al omdat het voor het oog bijzonder was, deze twee rijen zwarte mensen te midden van een groep mensen met een heel wat bleker vel.

De priester verweefde het dopen naadloos met de paasviering. Een grappige jongen had een klein voorwoord mogen voorlezen. De priester nam hem bij de hand en zei dat we zouden kennismaken met de kinderen die gedoopt zouden worden. Hij vroeg aan de jongen of hij die kende waarop die heel rustig 'ja' zei. Dat bracht de priester licht in verwarring maar hij ging er niet op in, wel vroeg hij het in een volgende zin nog eens waarop die jongen weer heel rustig 'ja' antwoordde. Dan leek tot de priester door te dringen dat dat wel eens echt het geval kon zijn en hij vroeg hoe dat dan wel kwam. 'Ze zitten bij mij in de klas.' En ik moet zeggen dat ook bij mij die simpele gedachte niet eens was opgekomen. Het stelde me gerust dat voor deze drie kinderen de omgeving niet helemaal vreemd was.
En zo begon het dopen met het uitspreken van hun naam en de vraag aan de gemeenschap om de naam te herhalen. We begroetten hen, we benoemden hen. De priester ging daarop verder door de kinderen in de lucht te steken, zodat we hen allemaal goed konden zien. Er werd wat gegiecheld in de gangen, maar hij maande tot stilte. Dit was een ernstig moment. Het is ook zo mooi om een kind aan de gemeenschap te laten zien, het kind een naam te geven, samen die naam uit te spreken, het kind bestaat.

De viering ging verder met het paasverhaal en Maria en Maria Magdalena die aan Jezus' graf kwamen om hem met olie in te wrijven. Ook de dopelingen werden gezalfd met geurige olie. De priester vroeg hen hun schoenen en kousen uit te doen en samen met hun peter en meter naar voor te komen. Hij begeleidde het zalven met volgende woorden. "Ik zalf je ogen zodat je in het licht van de wereld kan kijken, zodat je rondloopt met open ogen. Ik zalf je oren, dat je mag horen als mensen hulp nodig hebben, dat je kan luisteren naar de klank van hun stem, naar een mooi lied van een vogel. Ik zalf je mond opdat je mooie woorden kan spreken, troost kan bieden, je rol kan opnemen. Ik zalf je handen opdat die liefde
kunnen geven, kunnen strelen. Ik zalf je voeten zodat je jouw pad kan lopen."
En tot slot werden de kinderen boven het doopvont gehouden. Hun vader en hun peter tilden hen op zodat ze horizontaal boven het water hingen. Zout water liep van hun hoofden en ze belandden weer op hun twee benen, onwennig en giechelend. Peter en meter legden hun handen op de hoofden en de priester riep bescherming af over deze kinderen en wenste hen toe dat ze mogen opgroeien tot een mooie man, een mooie vrouw. Applaus weerklonk in de ruimte, de mis liep naar haar einde.

Filosoof en atheïst Alain de Botton werkt aan een boek dat gaat over wat we allemaal verliezen doordat we het geloof verloren zijn. Volgens hem is dat meer dan we kunnen denken.
Een ritueel zoals het doopsel verloren laten gaan, dat zou heel erg jammer zijn. Laten we niet onderzoeken wat we verliezen, laten we de rituelen weer opnemen en nieuw leven inblazen.
Zoals eieren rapen met Pasen. Vrolijk!

zaterdag 20 maart 2010

Inspiratie

Lentekriebels, lentekleuren, lenteuitjes om te eten, lenteuitjes om te doen. Zoals de stad intrekken op een mooie zaterdag. Fietsen met de wind in mijn haren, de wind die even warm is als de lucht om me heen. Niks geen lijf dat verstijft van de kou, een neuspunt die rood wordt en vijf dagen koud blijft. Warme lucht hoera. Het kriebelt en het wemelt in de stad. De hogescholen houden opendeur. Jonge meiden en kerels die enthousiast door de gangen dwalen, gevolgd door bezorgde moeders en vaders. Kiezen, pfoe, gelukkig is dat vandaag niet aan mij besteed. Ik kom inspiratie opdoen. Genieten, opslorpen, drinken met mijn ogen. De afdelingen textiel, houtrestauratie, vrije grafiek en juweelkunst passeren de revue. Van de laatste zie je een prachtig werk op de foto. Eén tak, in zijn geheel, rond de schouders gedrapeerd. Het is geweldig goed gevonden, mooi uitgewerkt en fijn opgesteld. Bovendien voel ik ook het plezier waarmee de ontwerper aan de slag was, humor en poëzie gaan hand in hand.
Om dit uitje feestelijk af te ronden pik ik nog mijn eerste terrasje van het jaar mee. Ik zucht van plezier, de winter kruipt stilaan uit mijn kleren. En dat is niets te vroeg.

dinsdag 16 maart 2010

Bereikbaar

Op de tram richting stad volg ik een gesprek tussen een koppel. Hij is leerkracht met net enkele klassenraden achter de rug en er moet hem het een en 't ander van het hart. Want die jongeren, die hebben het niet gemakkelijk. Er is zo veel aanbod dat de school bij in het lijstje van 'keuzes' komt. Ze hebben immers nog 7 hobby's, gaan op zaterdag uit, werken in de bakker, moeten dan ook nog bij de moemoe op bezoek en hebben zo geen tijd voor hun huiswerk. En dan moet je als leerkracht zorgen dat die jongere genoeg kansen krijgt en herkansingen want je moet aan de overheid aantonen dat je hem voldoende aangeboden hebt. Ouders staan als één blok achter zoon- of dochterlief dus je moet je als leerkracht ook nog eens aan hen verantwoorden.
Eén regel is alvast erg duidelijk op hun school: geen GSM-gebruik tussen half negen en vier uur. Dat lijkt me niet slecht.
Onlangs las ik in de krant over jongeren die lichte paniekaanvallen hebben als ze een kwartier geen sms gekregen hebben. De wereld is hen vergeten! Hun vrienden hebben hen laten vallen! Het moet pijnlijk zijn om in die gedachtenmolen te zitten. Of wat te denken van een meisje dat gemiddeld
60 smsjes per dag van haar lief kreeg en zich verplicht voelde om op elk berichtje te reageren? Af en toe klassikaal oefenen in een GSM-loze periode kan de gemoederen alleen maar ten goede komen.
Nu ja, als ik zulke zaken hoor, probeer ik dat altijd even op mezelf af te stemmen. Want ik geef het toe, als mijn GSM een volledige dag geen geluid heeft laten horen, passeert er ook een stem door mijn hoofd die zegt 'Alarm, uw vrienden zijn u vergeten, u bent wellicht de laatste bewoner op aarde!' Als ik een dagje op stap ga en ik ben mijn GSM vergeten, dan zal ik 9 op de 10 keer terugdraaien om hem te gaan oppikken. Of als ik een dagje thuis ben, dan staat tegenwoordig altijd mijn laptop aan en dan heb ik de gewoonte om elk uur eens te kijken of er een mailtje is binnengewaaid. Een dwanghandeling is dat. Telkens reikhalzend uitkijkend naar leuke woorden. En als er dan een mail is dan is het vaak een mail die ik net niet wilde krijgen.

maandag 15 maart 2010

Overflakkee

Zondags op stap, dat is altijd een beetje vakantie. Zeker als ik in het buitenland ben, op tocht doorheen het eiland Goeree-Overflakkee. Ik kijk anders rond, met meer verbazing, met vreemde ogen. Ik lees dorpen op de kaart, maak er mij een beeld bij en moet dat beeld bijstellen als ik de realiteit zie.
Ouddorp ligt aan de zee en is gericht op grote drommen zomerse toeristen, dat vertellen mij de grote geplaveide parkings in en rond het centrum (welk?) die nu grote verlatenheid tentoon spreiden. Een veel te grote zakdoek voor mijn kleine snottebel-auto. Niet alleen de parkings liggen leeg, in het hele dorp is geen animo te bespeuren. Geen mensen rond de huizen, in de huizen of tussen de huizen. Geen auto's, geen fietsers. Zondag rustdag.

In Goedereede was ik ooit eens voor een lekker diner, dus dat valt nu naast de route. Van Dirksland wil ik graag een foto van het naambord voor mijn broer (zou er een Heidisland bestaan?) en Melissant klinkt als ravissant maar valt ook naast de route want we zijn op weg naar Sommelsdijk en Middelharnis. Heerlijke namen die vlot van mijn tong rollen. We hebben een opdracht: zoek de haven van Middelharnis, daar ontmoeten we elkaar voor een diner. Op de kaart lijken die twee dorpen amper een speldenprik groot en ik denk de haven meteen te zullen spotten. Niet dus. Er staan immers huizen, kantoren en scholen in de weg. Een dorp is lang niet zo overzichtelijk als het er op de kaart uitziet. Zeker niet zo'n algemene overzichtskaart met een enkele hoofdstraat er op. We rijden lukraak doorheen de straten en we zien een mooie dreef met aan beide zijden bomen en keurige gevels. Wel jammer van die tientallen wagens die er geparkeerd zijn. Wagens? Aha, hier zitten al de mensen! We rijden verder en onze monden vallen open van verbazing. In groepjes van twee, drie, vier, vijf stromen de mensen uit hun huizen. Feestelijke uitgedoste stellen spoeden zich langs de voetpaden. Waarheen gaan ze? Is hier een feest gaande? Wij zijn stomverbaasd bij het zien van zoveel drukte en zetten de auto aan de kant. Hier willen we het fijne van weten en even voel ik mij een ontdekkingsreiziger. We mengen ons tussen het volk en kijken onze ogen uit. Als het een feest is, is het een droevig feest want bijna iedereen is in het zwart. We ontdekken dat ze naar een kerk wandelen, een lage, die amper opvalt tussen de huizen. De vrouwen dragen zonder uitzondering allemaal een hoed. Hoedenmaker in Sommelsdijk, dat moet opbrengen. We zien vrouwen die enkele meters voor de kerk hun hoed uit een plastic zak toveren, schichtig om zich heen kijken en hem met een snel gebaar op hun hoofd planten. Om hem na enkele meters aan de ingang van de kerk weer aan de haak te hangen, naast de jas van hun man.
De groepjes blijven toestromen, tientallen mensen van alle leeftijden, waar hielden die zich allemaal schuil? Geen wonder dat de straten leeg waren, zij waren zich allemaal aan het optutten! Ik ben intussen zo nieuwsgierig geworden dat ik een jong stel aanspreek. Waar gaan zij naartoe? Is er een feest aan de gang? De vrouw antwoordt dat zij naar de kerk gaan, de gereformeerde kerk. Dat doen ze elke zondag, twee keer. Een keer om half tien en een keer om half zes. De gereformeerde kerk is groot op het eiland. Wij verbazen ons over dat grote aantal waarop zij ons vraagt waar wij dan wel vandaan komen. Uit het verre België, het volledige uur rijden hiervandaan, waar we zo'n grote volkstoeloop naar de kerk absoluut niet kennen. Het komt ons vreemd over en strikt en beklemmend
, maar het trekt ons ook. Jammer van onze strandwandel-outfit die ons weerhoudt binnen te gaan en een dienst bij te wonen. Bovendien hebben we een missie, dineren aan de haven, die we nog steeds niet gevonden hebben.

maandag 8 maart 2010

Zorgeloze sauna

Gelukkig. Hij bestaat. De internationale mannendag. Compleet met website en al, kijk maar eens op http://www.internationalmensday.com.
Kwestie van evenwicht te brengen in het leven. Want alleen een internationale vrouwendag, dat kan natuurlijk niet.
Maar de mannen moeten nog even wachten, want vandaag was het de beurt aan de vrouwen. Ik heb me alvast achter de traditie geschaard en mezelf helemaal vrouw geweten: een heerlijke massage gekregen, van een sauna genoten, lekker gekookt en de was opgehangen. Op een bepaald moment zat ik in de sauna met 6 mannen. Telkens als de deur openging dacht ik: 'Een vrouw, laat het een vrouw zijn, dit overwicht kan ik niet meer aan.' Maar mijn mentale hulpkreten mochten niet baten. Dat één paar borsten tussen al die harige torso's, het was zwaar om dragen.

Dit is echter nog geen fractie van wat vrouwen in andere omstandigheden te dragen hebben. Per post kwam het Oxfam-tijdschrift toe. Ik lees dat in Zuid-Afrika elke zes uur een vrouw door haar partner wordt vermoord. In Guatemala sterven elke dag twee vrouwen door geweld. Maar ik hoef het niet eens zo ver te zoeken. In eigen land waren er in 2007 maar liefst 35.961 meldingen van huiselijk geweld binnen het koppel. Vier op vijf slachtoffers zijn vrouwen, negen op tien daders mannen.
Zijn vrouwen dan zo bedreigend voor mannen? Hebben mannen zichzelf dan zo weinig in de hand? Staan wij dan met z'n allen zo ver af van liefdevolle vriendelijkheid voor elkaar? Kunnen vrouwen dan zo slecht hun grenzen afbakenen? Zijn vrouwen dan zo weinig in staat zichzelf te verdedigen?
Ik weet dat de antwoorden niet zo éénduidig zijn. Dat dit allemaal gevolgen zijn van subtiele processen binnen een cultuur, binnen een relatie. Misschien hebben we maandelijks een mannen- en een vrouwendag nodig?
In elk geval zijn er al veel stappen gezet, waar ik van kan profiteren:
ik kan in dit land als vrouw alleen zorgeloos een namiddag naar de sauna zonder lastig gevallen te worden, zonder dit stiekem te moeten doen, zonder te moeten vrezen voor mijn leven.

vrijdag 5 maart 2010

Venijnig beest

Kijken naar vuiligheid. Er bestaan leukere dingen om te doen. Een vuilnisbelt, schoorstenen vol roet en zwarte rook, ingewanden van beesten, de groenafvalzak die na twee weken tot leven is gekomen in je keuken, een verstopt afvoerputje vol haren en slijmerige brokken, een zakdoek waarin korsten van drie maanden oud zitten,... Zie je het voor je?
Maar het is niet die vuiligheid waar ik het wil over hebben, deze vuiligheid die buiten mij ligt. Ik wil het hebben over de vuiligheid aan de binnenkant, de minder propere kanten van mezelf. Waarbij ik niet spreek over tanden poetsen, douchen, schone kleren aandoen of mijn oren uitkuisen. Ik heb het over de minder propere kanten van mijn karakter. Over die donkere plekken waar ik graag in een grote boog omheen wandel. Waarbij het simpele truukje 'als ik mijn ogen dicht doe en er niet naar kijk, dan zijn ze er niet', niet blijkt te werken. Want dan hoopt de vuiligheid op en komt door de kieren en de spleten naar boven. Het blijft beuken en desnoods komt het er in gulpen uit. Het vraagt behoorlijk stevige benen om de gepantserde poort te openen en het recht in de ogen te kijken. Het venijnige beest met rode ogen die vuur spuwen en scherpe klauwen die wild om zich heen slaan en een gore bek waarmee het het liefst van al in zijn eigen staart bijt. Het beest dat gefrustreerd is, sarcastisch is en woedend tekeer gaat. Al deze vuiligheid openleggen vraagt een hoop moed. Maar als ik dan zie hoe het aan kracht verliest als het wordt blootgesteld aan daglicht, dan is er nog hoop voor mij.
En voor jou wellicht ook.
Geen betere tijd voor een nadere kennismaking met dat beest dan deze tijd van vasten en zuiveren.
Dan zijn we met z'n allen weer een pak frisser als de lente er is.

donderdag 25 februari 2010

Douchegel

Er zijn zo van die woorden die niet duidelijk te omschrijven zijn.
Vroeger kende ik het woord zerp niet. Een enthousiaste vriend gebruikte dat woord zo vlot in de veronderstelling dat het voor iedereen gekend was. Ik viel uit de lucht.
Zerp, wat is dat?
Goh, hoe zal ik dat uitleggen? Het gaat over het gevoel dat je krijgt in je tong op het moment dat je in een onrijpe banaan bijt en dat zuigt dan alle vocht uit je mond. Dat is zerp.

Er zijn ook zo van die gewaarwordingen die niet eenvoudig in woorden om te zetten zijn.
Onlangs
vertelde een andere vriend mij dat hij nieuwe douchegel had gekocht. Iets met munt. En die douchegel had op zijn klokkespel het effect van tandpasta. Ik heb geen klokkespel en heb er zeker nog geen tandpasta op gesmeerd, maar ik kon mij bij de uitleg toch een sensatie voorstellen. Sindsdien heb ik de uitspraak bij enkele mannen getest. Ze herkennen de ervaring één voor één, hoewel geen enkele man bekend heeft ooit al tandpasta op zijn klokkespel gesmeerd te hebben.
Hm.

Ik ben alvast een wetenswaardigheid rijker.
En wat voor één.

vrijdag 12 februari 2010

Volgen

Volgen, volgde, gevolgd.
De Dikke Van Daele kent elf verklaringen toe aan dit woord. Onder meer:
  • zich bewegen in de richting die overeenstemt met die van het in object genoemde
  • gaan langs (vb. een weg volgen)
  • de voortgang of ontwikkeling bijhouden van iets of iemands gedachten
  • handelen naar, gehoor geven aan
  • voortvloeien uit
Nergens in Van Daele staat 'met een zekere regelmaat iemands blog lezen en dit kenbaar maken'. Het is dan ook iets nieuws dat in mijn Dikke Van Daele van 2008 nog niet kan voorkomen. Maar jij beste lezer, jij kan wel de daad bij het woord voegen. Jij kan mijn blog volgen. Via een eenvoudige knop in de balk hiernaast kan je jezelf tot 'Volger' slaan van 'Boe, Da en ik'. Welkom!
Ik ga je niet met reclameboodschappen om de oren slaan, ik ga je niet voorschrijven hoe je moet leven. Ik ben geen Boe, ik ben geen Da, ik ben ik.
Je bent dus absoluut niet gevogeld als je je inschrijft, het wordt er alleen maar knusser op!

maandag 8 februari 2010

Achtergevels

Vanuit het raam in mijn keuken heb ik zicht op andere huizen. Allemaal gevels, allemaal achterkanten van huizen. Een grote verscheidenheid aan ramen, terrassen, daken en tuintjes. Als ik door de straten loop, probeer ik de achtergevel en voorgevel te verenigen, maar daar slaag ik vaak niet in. De achtergevels vertellen immers vaak een ander, meer levendig verhaal. En daar kan ik dus eindeloos naar kijken, vanuit mijn eigen huis, naar dat knusse huizenblok met in het midden allemaal tuintjes en één grote boom.
Ik ken stilaan de ritmes van mijn overburen. Hoe laat ze opstaan, hoe laat ze gaan slapen, wanneer ze tv kijken, wanneer er bezoek is. Er is een oud koppel, twee jonge gezinnen en een vrijgezel waar af en toe op zondag een extra persoon aan de ontbijttafel zit. Al hun gevels hebben een eigen klank-en lichtspel.
Het is al eens in me opgekomen om bij hen aan te bellen om eens vanuit hun kant naar de achtergevel van mijn huis te kijken. Maar dan liefst zo dat ik mezelf kan zien als ik thuis ben. Om dan te kunnen zien wat zij zien. Want ik denk vaak dat ik hen onzichtbaar kan gadeslaan, dat zij mij niet zien door het licht dat slecht valt ofzo. Zou die achtergevel dan geheimen prijsgeven waar ik zelf geen weet van heb? Iets extra's dat ik over het huis te weten kom omdat ik de achtergevel ken.
Voorlopig is het eenrichtingsverkeer. Ik kijk en verzin verhalen bij wat er zich achter gevels afspeelt.

zaterdag 6 februari 2010

Kerstboom

Kan ik in februari nog over een kerstboom beginnen? Het is riskant om te schrijven, maar mijn kerstboon was tot gisteren nog in mijn leven. Het was een prachtexemplaar, een dure Nordmann. Hij was niet groot en had een gezellig dik buikje waar hij graag mee pronkte in mijn living. Zonder een krimp te geven, zonder een naald te laten vallen stond hij de hele tijd statig recht zijn taak te vervullen. Ik merkte pas laat dat het einde nabij was. Haast onmerkbaar was zijn diepe groene kleur vermengd met een bruine gloed en zag ik dat hij stilaan zijn naalden in een droogtekramp naar zich toe getrokken had. Takjes kronkelden zich rond de verlichting en kerstballen kwamen klem te zitten tussen de oksels van de takken. Tijd dus om mijn tanden op elkaar te klemmen en als laatste der Mohikanen mijn kerstboom aan de deur te zetten. Op de huisvuilkalender zag ik dat dat nog net kon op de laatste rondgang. Gezien het dikke buikje van de boom kon ik hem moeilijk op het voetpad zetten, geen kat zou er kunnen passeren. Dus zette ik hem achter het lage muurtje aan de kant van het huis. `s Avonds kwam ik thuis en daar stond hij nog, hij keek mij scheef van onder zijn kruin aan, verbouwereerd over mijn koude optreden. Ik dierf hem niet recht in de ogen te kijken en stapte snel naar binnen. Een boom hoort buiten te staan, hij kan hier wel tegen.
Anderhalve week later echter stond hij nog te wachten, zielig tegen het muurtje gezakt. Verder geen kerstsfeer te bespeuren, geen bomenbroeders in de straat, alleen hij. Ik kon het niet meer aanzien en stuurde een mailtje naar het stadsbestuur met de vraag hem uit zijn lijden te verlossen. En warempel, de volgende dag kreeg ik een telefoontje, de reddingsactie werd ingezet. Een ploeg zou proberen mijn boom op te halen. Moest het niet lukken (om niet nader gespecifieerde reden) moest ik hem de volgende dag wel op het voetpad aanbieden. De verongelijkte voetgangers moesten we in deze dringende reddingsactie dan maar even over het hoofd zien.
De stem van de dame klonk heel serieus en ik dacht: "Waauw, mijn late kerstboom is een stadszaak geworden."

dinsdag 2 februari 2010

Plaatje

Aan een ronde tafel zitten vijf mannen. Stoere kerels, elk achter hun Maes Pils. Er hangt een zwaarwichtige sfeer boven de tafel. 'Wij doen dit al jaren en hebben de plicht dit nog jaren vol te houden, een zware taak rust op onze schouders.' De man die recht in mijn blikveld zit, draagt een groot brilmontuur dat duidelijk van erg goede kwaliteit is, het gaat al minstens 30 jaar mee. Hij draagt eveneens veel groeven in zijn gezicht en grijze rasta's in zijn haar. Hij kijkt rond alsof het hem niet eens zou verbazen als er plots een olifant voor zijn neus zou staan. Een blik die zegt dat hij alles al gezien heeft in het leven. Boven hem aan de muur prijkt een opgezet everzwijn: jachttrofee, slechte smaak of ter illustratie van de levende exemplaren die hier nog door de bossen dwalen? Ernaast foto's uit de oude doos. Uit de boxen schalt zondagnamiddagradio: de koers. Eén van de mannen vertelt rustig een mop die een lachsalvo ontlokt aan de stevige mannenlijven. Eén van de mannen staat op, wandelt naar deur, doet zijn jas aan en vertrekt met een korte knik. Waarschijnlijk weet iedereen dat dit zijn uur is om te gaan. Waar gaat hij heen? Dan zet de ober zich bij de ploeg. Hij draagt zijn haar gemillimeterd en heeft beide armen vol tattoo's. Hij lijkt heel anders te zijn maar wordt broederlijk rond de tafel opgenomen. He's one of the guys.
Enkele zaken vallen buiten het plaatje: Een pluchen konijn met een roos pakje en een roze hoed waar twee konijnenoren doorsteken. Het beest heeft een stoel gekregen aan de rondetafel maar kijkt door de spijlen de andere kant op. Midden op de tafel prijkt een bord met zalm en sushi... bij bier? om 15u?
Aan de tafel achter me zitten drie Thaise dames met een kleine jongen in een buggy. Ze kwetteren onverstaanbaar een heel eind weg. Eén van de dames gaat buiten onder de verwarming een sigaret roken. De andere dame haalt een schotel zalm onder de buggy vandaan. De kleine heeft een koekje met chocolade soldaat gemaakt en hangt vol tot achter zijn oren. En op dat moment zet zijn moeder hem op de schoot van één van de Maes-Pils-Bonken en zegt 'Hier vader, hou hem eens vast.' Waarop de vader onhandig het kind vasthoudt en hem wijst op het pluchen konijn dat een gek geluid maakt als je het beweegt. De chocolade-lach van het kind maakt een brug tussen de twee tafels.
Het plaatje werd verhaal, zomaar, voor mijn ogen. Ik was in mijn sas. Meer nog, ik was in 't Sas van Emmelen.

zaterdag 16 januari 2010

Dansende dialoog

Een feestje. De tafels staan aan de kant geschoven en de discobar bereidt zich voor op een avondje muziekgeweld. De zaal heeft er alvast zin in en ik ook. Ik ben gekomen om te dansen en ben duidelijk niet de enige. Zelfs tijdens de opwarming met kinderdisco proberen al enkele volwassenen de dansvloer uit.
Onder de dansers is er een jongen bij van een jaar of dertien. Ik zag hem binnenkomen, de zaal scannen en vrijwel meteen begon zijn lijf te bewegen. Niets acclimatiseren. Niets eerst even iets drinken. Een jas uitdoen kan nog net. Dan smijt hij zich vol overgave op de dansvloer. Het is een lust voor de ogen om naar hem te kijken. Hij danst zijn eigen dans, geen bekende bewegingen of herhalende patronen. Hij gebruikt zijn hele lichaam en gooit zich in de muziek. Geen terughoudendheid, geen notie van 'wat zullen de mensen van me denken?' of 'de hele zaal kijkt, ik zal me maar inhouden'. En toch sluit hij zich niet af, hij maakt contact met de dansende mensen om hem heen. Hij maakt imiterende bewegingen of hij wordt nagebootst. Soms maar een seconde, soms een langere dialoog in de dans. Dat zijn leuke momenten van ontmoeting samen op dezelfde muziekgolf.

Ik heb bewondering om zoveel body, zoveel vertrouwen. Het valt niet alleen mij op. Anne staat mee te kijken en wat later vraagt ze hem hoe hij dat doet, zo dansen, waarop hij zegt: 'Gewoon mijn ogen dicht doen en beginnen'.
Dat lijkt mij niet alleen op de dansvloer een waardevolle raad te zijn.

woensdag 13 januari 2010

Aandacht

Soms komen de juiste mensen op je pad om je net dat te vertellen waar je die dag behoefte aan hebt. Zonder dat je er je daarom bewust van was dat het nodig was om een boodschap te ontvangen. Zo kreeg ik de volgende boodschap op een zilveren dienblad: Wat je aandacht geeft, dat groeit.
Ik kende ze al, maar herhaling doet deugd.
Een plant groeit als je hem water geeft, hem bijmest, in de zon zet (of juist niet) en er tegen praat. Een kind dat aandacht krijgt, geknuffeld wordt, eten en liefde binnenkrijgt, dat groeit. Negatieve gedachten groeien en worden een lelijke lawine als je ze aandacht blijft geven. Vriendschap groeit als je er aandacht aan schenkt, een brief schrijft, iets afspreekt, eens belt. Er zijn natuurlijk nog veel zaken die groeien als je ze aandacht geeft, dat laat ik verder aan je eigen fantasie over.
Waar geef ik aandacht aan in mijn leven? Wat vind ik belangrijk? Ik kan daar veel over praten, een mening over hebben of goede intenties uitspreken. Maar sla eens een pagina van mijn agenda open. Besteed ik mijn tijd aan dat wat ik belangrijk vind? Soms wel. Ja? Hoera dan! Maar als ik stilte en rust belangrijk vind en ik kijk naar mijn overvolle agenda, waar past dat dan nog? Of ik wil een gezond en lekker lijf maar mijn agenda staat vol dinerdates en zittende hobby's. Ik zou kunnen denken: 'werk aan de winkel', maar ik let wel op! Want als ik te veel aandacht ga besteden aan mijn agenda, dan gaat hij ook groeien. Dan wordt hij alsmaar dikker, met meer afspraken, nog meer to-do-lijstjes en meer contactpersonen. Ik durf er nog amper naar kijken of hij boert weer een extra bladzijde op.

Zou een leven zonder agenda dan een kalmer leven opleveren?

zaterdag 9 januari 2010

Ontroering

Vrouwmus heeft zich tot een bolletje opgeblazen in een hoek onder de heg. Haar kop zit tussen haar veren en ze kijkt verdrietig uit haar zwarte bolle oogjes. Manmus komt naast haar staan met een worm maar zij hapt niet. Hij haalt een lekkere kever maar zij hapt niet. Hij wrijft z'n veren tegen haar maar zij schudt hem van zich af. Hij legt een blaadje over haar heen, maar dat glijdt als water van haar af.
Alles wat hij doet of zegt, lijkt het alleen maar erger te maken. Ze trilt en ze kijkt steeds droeviger.
Manmus gaat een eindje vliegen en laat haar stilletjes doen.
Later komt zij terug op wat ze toen voelde, daar onder de heg. Ze zegt dat ze niet gesust wil worden met een worm of een kever. Ze wil gehoord worden. Manmus kijkt haar aan en herhaalt de woorden die hij toen sprak, legt uit wat hij met die lekkere kever bedoelde.
En dan breekt vrouwmus haar bolletje open. Ze voelt hoe die woorden ergens landen op een plek in haar lijf die ze niet kan benoemen. De bolle oogjes kijken zachter en haar snavel gaat lichtjes open. Ze blaast haar veren tot een zachte dons en vlijt zich tegen hem aan. Zo zitten ze daar tussen hun favoriete stammetjes van de heg stil te kijken naar de roze avondlucht terwijl ze beiden een traan wegpinken.

vrijdag 1 januari 2010

Stofvrij

Hoe deze kennis in mijn hoofd belandde, weet ik niet. Ergens gelezen, van iemand gehoord? In elk geval weet ik dat het bij de Chinezen een traditie is om de laatste dagen van het jaar grote schoonmaak te houden. Zo kan er geen stof meeglippen door de kier van de deur naar het nieuwe jaar. Een proper huis om een proper jaar te starten. Dat heeft me dit jaar geïnspireerd om hetzelfde te doen.
Ik ben immers een krak in het verzamelen van stof en vooral van papier. In alle formaten en kleuren: oude kranten, nog oudere tijdschriften, kassabonnetjes, facturen allerhande, kattebelletjes, flyers,... Je kan het zo gek niet bedenken of het blijft aan mijn handen kleven of in mijn tas steken. Tijdens korte, wekelijkse opruimacties leg ik de oogst op een stapel. Want stapels ogen ordelijker. Een stapel lijkt alsof je weet wat er allemaal op elkaar ligt. Die ene stapel groeit, wordt noodgedwongen een tweede stapel (anders glijdt alles van de tafel af) en vaak een derde, maar die bouw ik dan op een andere plek. Soms zoek ik nepoplossingen en berg ik al die interessante, noodzakelijke informatie op in een kleurrijke doos die bij mijn interieur past. Dat is echter een tijdelijke oplossing, dozen hebben een beperkte capaciteit. Het is bovendien ook gevaarlijk, zeker als het papier een overschrijving betreft.
Ik ben deze stapels te lijf gegaan, met de wilskracht van een peuter die 'neen' heeft leren zeggen. Geen papieren zakje, kartonnen doos of post-itje was nog veilig. Ik heb
opgeborgen, weggegooid, gepoetst, gestofzuigd. Ik bracht orde in kasten-chaos en haalde het stof achter de kachels vandaan. En dan heb ik op de allerlaatste dag van 2009 ook mijn lijf grondig opgeblonken. Het Turkse stoombad en de panorama-sauna hebben mij hier wonderwel bij geholpen.
Een stofvrij huis en propere poriën, ik ben klaar voor 2010!