maandag 31 mei 2010

Bever

Ze liep recht op hem af. Haar hart bonste in haar lijf, het beukte tegen haar ribben alsof het er elk moment kon uit losbreken. Op dit moment had ze haar hele leven gewacht. Van kind af, toen ze nog met de lego-blokken speelde, keek ze al naar hem op. Nu zou ze hem in levende lijve ontmoeten en ze hoopte maar dat ze niet in katzwijm zou vallen. Gelukkig had ze eerst enkele biertjes achterover geslagen, een beproefde truc die ze tijdens haar examenperiode had toegepast voor mondelinge examens waar ze té zenuwachtig voor was.
Nu, dit was het moment, er stond niemand bij zijn tafeltje. Ze nam zijn boek uit haar tas en legde die voor hem, met de vraag het te signeren. Hopelijk merkte hij haar snelle ademhaling niet en de lichte trilling in haar arm. Rustig keek hij haar aan en vroeg ‘voor wie?’. ‘Natasja’, stamelde ze. Waarop hij breed lachte en zij in één klap over haar zenuwen was.Door die brede lach kreeg zijn gezicht immers de hopeloos domme uitdrukking van een bever. Kleine gretige kraaloogjes boven veel te brede tanden. Ze voelde zich met een smak terug op de aarde geworpen. Soms is het beter je idolen op een afstand te plaatsen en ze daar te houden.

Geen opmerkingen: