maandag 28 februari 2011

Serge Mozart

Serge Mozart woont in Kinshasa in Congo, hij spreekt Lingala, maar ook Frans en Engels. Dat helpt om met elkaar te kunnen communiceren. Hoewel we er allebei van overtuigd zijn dat eenzelfde taal spreken nog niet wil zeggen dat je elkaar effectief verstaat. Hij volgt hier een stage piano's repareren, en vervolledigt zijn opleiding in Frankrijk in juni van dit jaar. Een tijd terug waren de rollen omgedraaid en ontvingen zij een blanke in Kinshasa. Serge nodigde hem uit om te komen eten. Ze vroegen de blanke om te bidden voor het eten. Dat deed hij...in het Nederlands. Waarop ze vroegen waarvoor hij gebeden had, want ze hadden het niet begrepen. De blanke vertelde dat hij de natuur bedankt had voor het voedsel.
De manier waarop Serge dit verhaal deed, de klank van zijn stem, deed me vermoeden dat hij er iets over te zeggen had. En inderdaad. Op mijn vraag wat hij daarvan dacht antwoordde hij lachend dat je de natuur toch niet kunt bedanken! Je kan enkel maar God danken. Want de natuur op zich doet niets. Hout op zich doet niets. De wind op zich ook niet. Het is de bezieling in dit alles die ervoor zorgt dat er iets kan gebeuren. En die bezieling is Jezus of God of Allah, en die moet je dus bedanken.
Hij zei het met zoveel vanzelfsprekendheid, zoveel vrolijkheid in zijn stem dat ik het meteen met hem eens was.

Verlangzamen

Het is laat zoals ieder jaar,
de tijd zit krap in zijn heden,
vandaag is steeds weer geweest
steek dus het licht aan dat de toekomst nog uitspaart,
spreek het brood aan dat nog niet doof is,
maak de taal waar achter zijn tekens,
spel het vlees, stil de tijd, leef nog even -

Gerrit Kouwenaar wordt geciteerd in het begin van het boek 'Stil de tijd' van Joke J. Hermsen, een pleidooi voor een langzame toekomst. Dat het langzamer mag, daar kan ik alleen maar mee instemmen. Maar hoe doe ik dat?
De kloktijd heeft zich immers helemaal binnen in mijn lijf genesteld en voert daar een onzichtbare strijd met mijn innerlijke tijd, die afgestemd is op een groter geheel. Op een trager ritme van eb en vloed en volle maan en seizoenen, niet op uren of minuten of seconden. Ik voel het verlangen om dagelijks tijd te nemen om de zon te zien ondergaan. En dan bedoel ik niet de laatste vijf minuten, maar de avondschemering zien inzetten totdat niet alleen de zon, maar ook haar gloed verdwenen is. De tijd nemen om een boom te planten en die te zien groeien, zien hoe die nieuwe houten ringen krijgt, vogels onderdak biedt, bladeren verliest en weer wakker wordt - als het tijd is. Tijd nemen om kleren te herstellen, een handgeschreven brief te versturen, zelf brood te bakken, de stoep te schuren, een onverwacht praatje te slaan met de buurman of me te vervelen. Maar ik word zo snel meegesleurd in de maalstroom van facebookprofielen en afhaalmaaltijden. Ik neem tijd om in de file te staan, mijn agenda af te haspelen en 20 hobby's en tien keer zoveel sociale contacten te onderhouden.
Gelukkig heeft mijn lijf haar ingebouwde wijsheid. Als ik dit laatste te lang volhoud zonder de broodnodige lege tijd in te bouwen, dan legt zij me wel lam. Mijn onvermoeibare wil blijft echter stuiptrekkingen vertonen, het is afkicken. Door mijn hoofd flitsen allerlei projecten waar ik dringend aan moet beginnen. Maar ook voor al die gedachten is er gelukkig een tijd van komen en één van gaan. Het is zoals op vakantie gaan, je moet daar in komen, het is even wennen. Vaak is het zo dat ik tegen de tijd dat ik naar huis moet, pas denk dat ik er helemaal klaar voor ben.
Hoe ik mijn toekomst en mijn heden verlangzaam, de tijd zal het me leren.

vrijdag 25 februari 2011

Pikant plezant


Voorbije zaterdagavond zat mijn huiskamer vol vrienden. Ze hadden zich op één na allemaal in dezelfde zetel verschanst, bijna op elkaars schoot en keken zo dezelfde richting uit: die van de verteller. Een kamerscherm, doeken met rozen, een lijntje met lichtjes en een vaas bloemen gaven de verteller een klein decor. Annie vertelde plezante, pikante verhalen en toverde wilde wijven, listige slangen en hitsige Juans tot leven. We werden meegevoerd naar een wereld waar de kracht van de suggestie ons nu eens deed blozen en dan weer lachsalvo’s ontlokte. Midden in de reis naar Vuurland waar een heks met last van vuur een oplossing hoopte te vinden, laste de vertelster een pauze in. Een echte cliffhanger dus.
We vielen aan op de lekkere hapjes en schonken de glazen nog eens vol voor de tweede ronde. Aan de ogen van de toeschouwers zag ik dat sommigen ver terug gingen in de tijd, naar hun kindertijd. Ze konden even ontsnappen aan het dagelijkse leven en luisteren naar de klank van woorden, kijken naar gebaren, genieten van fantasie. Zoals Els die nogal nostalgisch van aard is en het fijn vond om nog eens zelf te kunnen luisteren naar iemand die met begeestering verteld. Zij is zelf met muziek bezig, maar de combinatie van verbeelding met woorden werkte toch weer anders. Voor Willem primeerde de gezelligheid maar Andy vond dat een verteller via de symboliek in het verhaal het leven kan kaderen, paden aanwijzen die anders niet zo duidelijk zijn, of bewustwording bieden. Els plaatste de rol van vertellers op dezelfde lijn als muzikanten, kunstenaars, filmregisseurs, acteurs, theater en toneelspelers en Andy vermoedde dat vertellen ondergeschikt geworden was aan film, tv en muziek. Kristof zag het breder en toen zat onze samenleving plots vol vertellers: “Politici zijn zulke mensen, ze schotelen ons verhalen voor, metaforen om ons leven te ordenen. Godsdiensten doen dat ook. En wetenschap eigenlijk ook. De kunst doet dat ook. Leraars ook. Films ook. De televisie ook. “
Annie zette de reis van de heks verder en kwam op kruissnelheid toen ze ons tijdens het volgende verhaal inschakelde als geluidenkoor. Op het einde van de vertelavond bleek er meer te zijn geprikkeld dan onze verbeelding, namelijk ook onze tongen. We begonnen enthousiast aan een derde ronde met deze keer onze eigen verhalen. Ann had pas twee oude dames omver gereden waarop de adrenaline nog twee dagen door haar lijf had gegierd en Ruth gaf flair aan het verhaal over haar klapband. Kristof hoorde ooit een heel weekend lang een indiaan vertellen. Hij stond toen echt versteld van het gesproken woord. Voor de indiaan was het dé manier om zijn visie op de wereld door te geven. Dan wordt het vertellen van verhalen echt een kunst. Het is dan geschiedenis, filosofie, godsdienst,… alles tegelijk.
Zo rondden we af, in de late uurtjes, met onze eigen verhalen, uit het leven
gegrepen, hier en daar stevig aangedikt en opgesmukt, want vertellers,
dat zijn we uiteindelijk allemaal.

PS: Wil je Annie zelf ook wel eens versieren? Klik dan op Rozenrood in de balk rechts op het scherm.