maandag 15 juni 2009

Kanonnenvlees

Tijdens het verkiezingsweekend was het groene park rondom het Sterckshof in Deurne omgetoverd in ‘De Quaeye Werelt’. Deze Middeleeuws markt bracht je in een oogwenk terug naar de tijd van leerbewerkers, edelsmeden, ridders en jonkvrouwen. Ook het koopwaar van die tijd lag uitgestald: prachtige stoffen, gedroogde vruchten, wapenuitrustingen en edelstenen. In een kraampje zag ik een soort broche liggen. In eerste instantie zag ik de afbeelding van een kanon met één of andere vogel er op. Na beter kijken, zag ik dat de loop van het kanon de vorm van een penis had. Ook andere broches verweven het beeld van een kanon en van een penis. Vreemd volk, die Middeleeuwers. Nu ja, mijn beeld van een normeloze periode met ruige mannen, bierkroes in de hand, voortdurend op zoek naar een scharrel, past wel bij deze expliciete beelden.
Dezelfde afbeeldingen lagen echter in meerdere kraampjes dus ik begon te vermoeden dat het hier om meer ging dan om de fantasie van één man. Misschien was het een of ander nationaal symbool of een bekende Middeleeuwse grap. Dus ik sprak een man achter een kraampje aan en vroeg hem welke betekenis die afbeelding had. Het bleek om een heuse Middeleeuwse campagne te gaan. Het beeld werd gemaakt in een periode met veel oorlogen. Het leger had manschappen nodig om deze oorlogen te voeren en wel veel, heel veel. Het zogenaamde kanonnenvlees. Deze afbeelding was een manier om de bevolking aan te zetten tot 'produceren'. Kwestie van de tekorten weg te werken.
Visuele reclame, het is van alle tijden.

Wie weet worden er negen maanden na de Middeleeuwse markt plots meer kinderen geboren in Deurne.

zondag 14 juni 2009

Vergeten

Een kruimel onder de kast.
Herinneringen achter de spiegel.
Stil lachen tussen tegels van straten.
Zuchten in kieren van deuren.
Telkens weer
hoorde hij
voelde hij
maar wist niet
wat.
Een vergeelde postkaart in een verloren boek.
Haar strelingen opgeslagen in de randen van het bed.
Zachte kreunen achtergelaten op de vensterbank.
Verlangen als lichte gordijnen golvend in de wind.
Telkens weer
zuchtte hij
kreunde hij
maar wist niet meer
wist niets meer.

vrijdag 12 juni 2009

Drijvende fonteinen

In een wapperend rokje op een te grote mannenfiets. Zo start mijn verkenning van Rotterdam. Gids van de dag is Jan, die de 18 jaren die hij reeds in deze stad vertoeft, ten volle kan inzetten. Hij voert me moeiteloos van de ene naar de andere brug, benoemt de hoge gebouwen, weeft historische feiten tussen zijn verhaal en oriënteert me in deze stad die meteen mijn hart verovert. Zo wijds, zo kosmopoliet, zo vol van waterkanten. In Antwerpen is het erg eenvoudig om je op het water te oriënteren: daar ligt de Schelde, punt uit. In Rotterdam word ik omgeven door water en geef ik het al snel op om daar wijs uit te geraken.
Aan een andere kade dan die waar wij staan, ligt een groot cruiseschip aangemeerd met de toepasselijke naam: Rotterdam. Jan zegt me dat het vertrekkensklaar ligt of net toekomt, want het wordt geflankeerd door twee kleine boten. Die boten zijn uitgerust als drijvende fonteinen.
Ze kunnen drie krachtige waterstralen in de lucht spuiten ter verwelkoming of ter afscheid. Op dit moment zien we echter maar drie slappe flut-straaltjes die van weinig welkom getuigen. Tot vertrek zetten ze al helemaal niet aan. Hoewel...

We fietsen verder en na enkele minuten laat het dikbuikig cruiseschip van zich horen. Een zware hoorn vult de lucht boven het water en blijft tussen de
moderne gebouwen hangen. De klank is vol en indrukwekkend. Net op het moment dat het geluid dreigt weg te ebben, volgt de volgende hoorn. De klank vult de kaaien met een spanning van vertrek en verre reizen.
Intussen zijn wij bij de kade beland waar de Rotterdammer haar trossen gelost heeft om voor volle zee te kiezen. Het schip laat ons achter aan de waterkant, tussen de andere uitwuivende mensen. En dan laten de drijvende fonteinen hun werkelijke kunsten zien. Terwijl de grote boot zich traag en statig keert op de Maas dribbelen de twee kleine boten rond haar flanken. Af en toe zetten ze zichzelf flink onder water alsof ze naar adem moeten happen. Maar meestal spuiten ze torenhoge waterstralen die de zonnestralen weerkaatsen. Dit is een gepast afscheid.
Het heeft mij ook blij gemaakt. Wat een kado, wat een timing zomaar tenmidden van een verkennende trip doorheen Rotterdam.

woensdag 10 juni 2009

Heerlijke heemtuin

Een heemtuin. Tot voor kort zei dit woord me weinig. Het innerlijk beeld dat zich op mijn netvlies nestelde: een keurig rechthoekig stukje tuin, omzoomd door kleine haagjes met tussenin bloemen- en kruidenperken. Met dat beeld in gedachten trok ik exact een week geleden naar een echt exemplaar. Ik was benieuwd. Mijn Amsterdamse gastvrouw José verricht er wekelijks twee uurtjes vrijwilligerswerk. Op haar uitnodiging mocht ik mee om met m'n handen in de aarde te wroeten. Na al de stadse indrukken leek me dat een weldadig vooruitzicht. Zoals dat gaat in Nederland sprongen wij die ochtend op de fiets, voor mij was dat een OV-fiets die José voor me gehuurd had op het station. Deze Openbaar Vervoer - fiets had echter een 'achteruit-trap-rem' en dat was behoorlijk lastig fietsen! Het leek alsof ik net leerde fietsen en af en toe zwalpte ik vervaarlijk een kruispunt over of kon ik ternauwernood stoppen voor een drukke baan. Gelukkig kwamen we heelhuids aan bij de heemtuin met de geweldige naam 'De Drijfsijs'.
(probeer dat maar eens snel en correct te typen)

José nam me mee voor een verkennende wandeling en meteen bleek hoe verkeerd mijn beeld was. De heemtuin bleek eerder een heembos te zijn. Een plek beheerd door William, in opdracht van de stad Amsterdam en dat al 35 jaar lang. Toen kreeg hij een stuk grond toevertrouwd om er een heemtuin aan te planten. Onervaren en met veel zelftwijfel ging hij aan de slag: bomen planten, paadjes aanleggen, ... Deze jaren van lief en leed resulteren in de plek die het vandaag is: een plek die ademt, open staat voor bezoekers, voor leergierigen, voor werkwilligen, voor genieters, voor praters. Want dat deden we, we praatten anderhalf uur aan één stuk door. Over de verschillen tussen België en Nederland. Over de kunst om te leven volgens dat waar je zelf in gelooft. De kunst om het plannen en organiseren los te laten en in te spelen op dat wat is en dat wat voortdurend veranderd. Het leek me dat hij in die 35 jaar ontzettend veel van de natuur geleerd had en dat hij er in geslaagd was dat in zijn leven te integreren. Enthousiast riep hij uit dat veel mooie momenten totaal onverwacht en ongepland op je pad komen. Zoals internationaal bezoek uit Antwerpen op een doordeweekse dag.

Na het gesprek liepen we de heemtuin in, om toch nog even de handen uit de mouwen te steken. Ik liep achter hem aan en beeldde me in dat de bomen en struiken vol plezier hun takken naar hem toe bogen, uit dankbaarheid, want zij stonden hier dankzij hem. Maar zoiets doet de natuur natuurlijk niet, die gaat haar gang. Bovendien was hij hier eveneens dankzij hen. Toch was het een bijzonder zicht om William fluitend over het pad te zien gaan en te weten dat hij dat al zo lang doet, doorheen dit gebied dat geen geheimen meer heeft voor hem. En tegelijk alle geheimen van de wereld in zich heeft. Hij wees ons op een kale mispelboom en vertelde dat die al die jaren prachtige bladeren had en dat het dit jaar plots gedaan was. Hij zei dit zonder weemoed in zijn stem, eerder met verwondering en aanvaarding: zo gaat dat, iets ouds ruimt baan voor iets nieuws.
Hierna gingen we aan het harken, er liepen bezoekers voorbij, hij sloeg een praatje, ik kreeg meer last van mijn allergie. Heerlijk al dat buitenwerk tussen de pollen!
Maar stiekem ben ik jaloers dat José op dit moment weer kan genieten van wat buitenwerk in de Drijfsijs.

zaterdag 6 juni 2009

Good food

De Dalai Lama was in Amsterdam. Ik was ook in Amsterdam. Hij hield een lezing, ik niet. Dat ontdekte ik op de dag zelf. Wat een kans, ik zou naar hem kunnen gaan luisteren! Op de site merk ik al snel dat een kaartje bestellen en dan vooral ook betalen geen optie zal zijn. Ze bieden allemaal betalingsmogelijkheden aan die ik op dat moment niet ter beschikking heb. Maar kijk, de site heeft wél een 'ticket-prikbord' waarop Janneke meldt dat haar reispartner ziek geworden is en dat ze een kaartje over heeft. Ideaal voor mij om op gemakkelijke, cash-betalende wijze toch aan een ticket te geraken. Helaas lezen andere mensen ook sites dus wanneer ik Janneke aan de lijn heb, weet ze me te zeggen dat het ticket al weg is. Geen Dalai Lama dus, geen geestelijk inspirerende boodschap, geen intense groepservaring vandaag. Wel met de fiets de Amsterdamse stad in, door de Jordaan, langs de grachten.
Op mijn tocht beland ik aan het Spui, hét winkel-wandelgebied bij uitstek. Trams rijden af en aan, fietsers razen voorbij, winkelzakken deinen mee. Maar daarvoor ben ik niet gekomen, wel voor het Begijnhof dat hier ergens achter de muren te vinden is en de moeite zou zijn. Intussen ben ik in een licht dwaze bui van de honger en dwaal ik dwaas de grote poort door, het kleine hof in en meteen de kleine kapel binnen. Daar is een eucharistieviering bezig. Dat verrast me zo dat ik me spontaan op een kerkbank neerplof. Niet één keer bedenk ik me of vraag ik me af wat ik hier doe. Ik ben hier en de herkenning van de teksten, het mee prevelen van 'Hosannah in den hoge' doet me meer dan ik voor mogelijk hield. Twee priesters gaan de mis voor, twee jonge mannen zijn het. De ene komt soms moeilijk uit zijn woorden en spreekt in zijn preek over naastenliefde. De andere ziet er uit als een Boeddhistische monnik in katholieke gewaden. Ongelooflijk, ik krijg hier mijn mini-versie van het Dalai Lama bezoek. De portie geestelijk voedsel proeft goed.

Maar de inwendige mens wil ook wat (een hostie is heus niet voldoende) dus de honger stuwt me verder, naar De Waaghals, een lekker vegetarisch restaurant in de Pijp. In afwachting van mijn date schrijf ik wat en luister ik stiekem gesprekken af. En waarachtig, de dame aan de tafel naast mij begint over het bezoek van de Dalai Lama. Ze hoorde iemand die er bij was en die was er vol van. Ik kan niet anders dan hen aan te spreken en naar meer details te vragen. Blijkbaar is de hoogheid D.L. een zeer aimabel en gezellig spreker met de nodige dosis humor. Hij zet zich op zijn gemak op het podium, krabt eens op z'n hoofd en leest een boeddhistische spreuk voor alsof hij ze nog nooit hoorde. 'That is so true', laat hij er schijnbaar verbaasd en glimlachend op volgen. Het vraagt concentratie om hem te beluisteren, maar de algemene, ingespannen en blije sfeer van het publiek maakt er sowieso een bijzonder moment van.

De Dalai Lama was in Amsterdam. Het voelt alsof ik er bij was.

Hondse dag

Met de fiets aan de hand ploeg ik door een grasveld. De zon schijnt, thee een appeltaart wachten als beloning. Plots voel ik iets zachts onder mijn linkervoet die tijdens het stappen naar achteren wegschuift. Dit kan wel eens het begin van iets onaangenaams zijn. Iets onaangenaams zoals een koude druppel recht in je nek, een haar tussen je boterham of… hondenpoep! Jawel,het laatste, waarvoor ik in hometown Antwerpen steeds zo beducht ben, maar hier in een Rotterdams park mijn focus niet had scherp staan. Die ene stap was zo stevig en vakkundig dat mijn hele sandaal nu onder stinkende gele hondenpoep zit. Die brij is zelfs door de gaatjes van mijn sandaal gedrongen zodat er ook gele vlekken op mijn voet zitten. Absoluut afschuwelijk vreselijk dégoutant. Andere woorden zijn hier niet voor. Vanaf dat moment staat mijn dag in het teken van de hond, en neen, dat is geen sterrenkundige uitspraak.

Rotterdammers houden blijkbaar van honden en dat is nog zacht uitgedrukt. Op het strand aan een meer lopen bijna evenveel honden als baasjes. Blijkbaar is een hond per gezin ook wat weinig, liefst een klein hondje voor mevrouw en een stoer exemplaar voor meneer. Al deze honden snuffelen graag aan elkaars kont, houden van een goed robbertje vechten en lopen liefst over andere mensen hun handdoeken heen. Of beter nog: als ze uit het meer komen,schudden ze zich eerst uit temidden van een ander gezin vooraleer ze weer naar hun baasje gaan. Toeval of goed getraind?
Zoals dat gaat met dingen waar je begint op te letten: die zijn plots overal. Ik zie honden op de fiets, op een bakje achterop de scooter, tussen de benen van een man in een karretje, op het dek van een boot, in de tuin, lopend naast een fiets. Tijdens een lunchstop ga ik naar de WC en moet even wachten in de rij. Voor mij staat een vrouw met een grote zonnebril, naaldhakken, veel goud om de nek en een decolleté waar je duizelig van wordt. Ze heeft in haar hand een hondenlijn waaraan een chihuahua bungelt. Het kleine beestje lijkt zenuwachtig, maar volgens mij is dat hun natuurlijke staat. Zodra de deur opengaat dribbelt de vrouw de WC in met het mormel in haar kielzog. Dat beest gaat mee de WC in alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Wat is er mis met lekker ouderwets de leiband van de hond aan de tafelpoot binden? Of heeft de hond misschien een eigen stoel en ook een plaatsje in bed naast mevrouw, hoewel ik denk dat hij perfect in haar décolleté past.
Maar wellicht oordeel ik te snel en was het gewoon Chichi die erg dringend moest.