zaterdag 21 november 2009

Koud korstje

Een carpoolend leven kan erg fijn zijn. Het zorgt er voor dat ik tijdig op het werk verschijn - altijd mooi meegenomen en bovendien bezorgt het me een ochtendlijke wandeling door het park. Op dit moment is dat een zeer herfstig park. Een lekker windje blaast de bladeren van hun takken, tenminste die bladeren die er nog niet vrijwillig bij zijn gaan liggen. Ik leg de wandeling af kijkend naar de grond. Zo veel kleuren en vormen en formaten, een wonderbaarlijk tapijt badend in zacht ochtendlicht.
En dan scant mijn oog de korstjes van een witte boterham. Het is de vierkante onderkant van een dubbelgevouwen boterham netjes in het midden uitgebeten.
Een kindje zit aan de ontbijttafel te treuzelen. De mama zegt dat het zijn boterham moet opeten, het moet naar de school vertrekken. Het kindje heeft er geen zin in, is geïnteresseerd in het zakje met de gogo's, in het randje van de stoel, in het boekje van Woeste Willem. De mama rondt intussen haar ochtendritueel af en spoort het kindje aan de boterham op te eten. Zuchtend zet ze uiteindelijk het kindje in de auto mét het partje boterham in de hand. Ze rijden naar de school die in het park ligt en moeten dus het laatste eindje te voet afleggen. Zonder dat de mama het gezien heeft, laat het kindje de korst uit zijn hand glijden, tussen de herfstbladeren. De mama kijkt blij als ze merkt dat de boterham op is. Iedereen blij.
Ik stap in de auto en laat me door het drukke ochtendverkeer voeren.

zondag 15 november 2009

Honderd en één

Dit is mijn honderdeneerste blogtekst. Hiep, hiep, hoera! Wat niet gezegd kan worden van alles en iedereen. Vooral niet van bijvoorbeeld de NMBS of van de madammen achter de balie in de bib, om zomaar wat mensen te noemen.
De bib, altijd een leuke uitstap. Spullen binnenleveren en weer wat buit bij elkaar sprokkelen om mee naar huis te slepen. Dat doe ik vaak op goed geluk. Ik wandel rond, speur de rekken af en laat me verleiden door een bekende auteursnaam, een leuke kaft of een goede titel. Zo verzamel ik en schuif dan met volle armen aan bij de uitleenbalie. Met mijn vrije hand rommel ik in mijn tas om te ontdekken dat ik mijn portefeuille niet bij me heb. Ai, da's lastig. Mijn hersenen scannen de verschillende mogelijkheden. Aha, ik heb nog wel het ticketje van mijn laatste uitleen-actie bij, daar staat mijn lidnummer ook op.
Kijk, daar hou ik wel van bij mij mezelf. Ik ga altijd uit van een man of een vrouw achter de balie die moeite wil doen, die op zoek zal gaan naar wat wel kan. Er zitten twee dames, de rij vordert gestaag en als ik aan de beurt ben is dat jammer genoeg bij de dame rechts. Ze straalt immobilisme en lichte vermoeidheid uit. Ik vertel haar wat er aan de hand is en zij antwoordt standaard: "Met uw identiteitskaart mogen we één keer uitlenen." Alsof die niet in mijn portefeuille zit. Ik haal het briefje van de voorbije uitlening boven en zij schudt neen. Er valt niet aan te tornen, reglement is reglement. Alsof ze een reuzegrote toegift doet, zegt ze dat ze de boeken opzij kan houden. Danku voor de moeite.
Heb ik die boeken broodnodig? Niet dus. Ik kan ook gewoon naar huis fietsen en daar warm binnenblijven. Zonder Sting, zonder 'My house in Umbrië', zonder Murakami. Maar dat zit dan toch weer niet echt in mijn natuur. Ik voel me uitgedaagd door de bib-dame. Die denkt toch niet dat ze mij dat kan lappen hé.
Trouwens, al de heldhaftige repliek komt later, op de fiets, onderweg. Waarbij ik me afvraag of iemand anders er wel in geslaagd zou zijn om die boeken mee te krijgen. Je maakt me niet wijs dat als het haar eigen dochter zou zijn, ze dat dan ook zo zou spelen. Het gaat immers niet over niet kunnen maar over niet willen.

"Neen mevrouw, zonder lenerspas kan ik u die boeken niet meegeven." "Oh maar dat is geen probleem," roep ik, "ik neem ze zo wel mee." en ik graai de boeken van de toog, ren naar buiten en roep achter me dat ze me maar probeert in te halen. Nu ja, erg heldhaftig is dat niet, want tegen de tijd dat ik mijn lastig fietsslot los heb, heeft ze me al lang bij mijn nekvel gegrepen. Ik had een sta-staking kunnen houden. "Ik ga niet weg zonder die boeken." En dan rustig postvatten tegenover de dame in kwestie en haar voortdurend aanstaren, vriendelijk weliswaar. Of telkens opnieuw achteraan de rij aanschuiven. Of haar vragen hoe ze heet en waar ze woont en dan zwijgend knikken.
Maar ik ben dus terug naar de bib gefietst mét mijn portefeuille. Heb me onderweg voorgenomen dat ik me zou laten horen, dat ik hier niet tevreden mee ben. En dan blijkt die dame er niet meer te zitten. Ik krijg een minstens zo stugge collega voor mijn neus die bovendien een totaal onzinnig klantengesprek met me voert.
Voor ze hoort wat ik te zeggen heb, repliceert ze al: "Mevrouw, probeert u zich eens in onze plaats te stellen." Of: "Mevrouw, als je fout parkeert, dan moet je ook een boete betalen." Of nog: "Wij krijgen ook naar onze voeten als wij aan iemand ontlenen zonder pasje." "Als iedereen zo gaat beginnen."
Ten eerste probeer ik mij altijd in de plaats van de ander te stellen (soms zelfs te veel, maar dat is mijn probleem). Ten tweede heb ik geen boodschap aan het parkeerreglement in de bib, ik heb niet eens een regel overtreden! Ten derde krijg ik het steevast op mijn heupen als mensen bij het minste hun paraplu opentrekken (oef, het is het reglement, ik hoef niet zelf na te denken) en ten vierde ben ik met veralgemeningen als 'iedereen' geen stap verder (het is niet omdat iedereen naar Clouseau gaat, dat ik ook ga).
Oké, ik geef het toe, ik draaf door, mijn verontwaardiging is lichtjes buiten proportie, ik kan het moeilijk loslaten. Het meest vervelende is dat die dames geen enkel teken van flexibiliteit vertonen. De structuur en het reglement zijn zo vast, dat ze de essentie uit het oog verliezen. Dat is immers niet een dom plastic kaartje met een streepjescode er op, dat is een mens die geniet tijdens het lezen van een boek.

maandag 9 november 2009

Handmade

Een kerk. Een beurs. Een verrukte bezoekster. De boekbindersbeurs in de Sint Pieterskerk in Leiden. Ik was er. Een waar mekka voor al wie van papier, boeken en ambacht houdt. De natte zaterdagmiddag leent zich perfect om in een lekker verwarmd geloofshuis door te brengen. Achter de tafels allemaal mensen die met liefde hun ambacht voorstellen. Mensen die warm lopen voor de Japanse band, de koptische band, loden letters zetten, papier maken met een ambachtelijke molen en veel meer.
Dat handwerk tijd én dus geld kost, is hier wel duidelijk. Een boek voor 680 euro. Het gaat niet om zomaar een boek, maar om een kunstwerk, pagina's kunstwerken achter elkaar, vertaalde gedichten met bijpassende litho's in een vilten kaft gebonden. Het is dus niet alleen de prijs die weegt. Een paar tafels verder ligt een reeks mini boekjes van 5cm, met de hand gebonden. Je kan het afgewerkte exemplaar kopen voor 22 euro of een drukvel voor 5 euro en het zelf eens proberen. Met die koude winterdagen hebben we hiervoor genoeg tijd binnenshuis in het verschiet!
Het is een mooie combinatie. De onsterfelijke kerk met haar zuilen, haar koor, haar afgesleten stenen waar sterfdatums in gegrift staan, haar tijdloze uitstraling. Het vergankelijke papier, fragiel, gevoelig voor water, licht en wind.

preSent

Voor wie ook van handmade houdt: welkom op preSent, pakjes met een +, 13.12.2009, Prins Leopoldstraat 41 in Borgerhout.
Kiala maakt juwelen, vooral in zilver.
Nathalie waagt zich aan kinderhebbedingen, van meubels over kleertjes tot beelden.
Froya houdt zich bezig met mooie, (vrouwelijke) objecten uit het Zuiden.
Heidi maakt pareltjes van juwelen, stuk voor stuk uniek.
Hilde houdt zich bezig met voorwerpen van Japans papier én lederen tassen.
Ellen waagt zich aan zotte kleine kleertjes of (baby-)handigheidjes.
Parking is er voldoende, betalen kan enkel cash.
Wees welkom tussen 10u en 18u om te snuisteren, om bij te kletsen, om te kijken, om te kopen, om te genieten.

zondag 1 november 2009

Gewoon

"Ik heb u liever als ge wat beter gezind zijt. Ge zijt zo gespannen, ontspan u toch een beetje."
Zij kijkt hem aan, haar ogen lijken te zeggen: 'ik kan nu even niet anders' maar toch tovert ze iets van een verontschuldigende glimlach op haar gezicht.
"Relax, iedereen is te laat, het is niet erg dat wij ook wat later zijn, alles komt goed."
De dame achter de toonbank vraagt wie de volgende is en dat blijken zij te zijn. Zij heeft gisteren een bestelling doorgegeven en die komen ze ophalen.
Er verschijnt een kartonnen doos op de toonbank. De dame zegt toeschietelijk dat ze de kaas aan de ene kant heeft gestoken en het vlees aan de andere kant.
Allebei staan ze op hun tippen, met hun neus over de toonbank om in de doos te kunnen kijken. De verbazing spreekt uit hun lijven. Zo'n hoeveelheid!
"Wat heb jij allemaal besteld? Dat kan toch niet voor ons zijn?"
De dame haalt er voorzichtig het briefje van de bestelling bij.
"Ja mevrouw, u geloof ik wel, ik geloof haar niet."
Waarop zij hem aanspoort: "Kom Filip, betaal nu maar gewoon, we zijn al te laat."
Hij lacht om dat woord 'gewoon' en kijkt de dame vragend aan. Die zegt vriendelijk: "Dat is dan zestig euro."
"Zestig euro?!" en hij kijkt zijn vrouw aan met een blik die zegt dat hij het nu zeker weet dat ze niet helemaal in orde is.
Achter elkaar dribbelen ze de winkel uit, op naar het feestmaal.
Wij blijvend lachend achter, toch wel heel erg benieuwd naar het aantal eters, maar toch ook zeker dat ze voor de rest van de week zelf verder kunnen. De 'in-de-gloria-momenten' liggen overal voor het grijpen. Leve de mensen die steevast te veel bestellen voor feestjes!