zaterdag 20 maart 2010

Inspiratie

Lentekriebels, lentekleuren, lenteuitjes om te eten, lenteuitjes om te doen. Zoals de stad intrekken op een mooie zaterdag. Fietsen met de wind in mijn haren, de wind die even warm is als de lucht om me heen. Niks geen lijf dat verstijft van de kou, een neuspunt die rood wordt en vijf dagen koud blijft. Warme lucht hoera. Het kriebelt en het wemelt in de stad. De hogescholen houden opendeur. Jonge meiden en kerels die enthousiast door de gangen dwalen, gevolgd door bezorgde moeders en vaders. Kiezen, pfoe, gelukkig is dat vandaag niet aan mij besteed. Ik kom inspiratie opdoen. Genieten, opslorpen, drinken met mijn ogen. De afdelingen textiel, houtrestauratie, vrije grafiek en juweelkunst passeren de revue. Van de laatste zie je een prachtig werk op de foto. Eén tak, in zijn geheel, rond de schouders gedrapeerd. Het is geweldig goed gevonden, mooi uitgewerkt en fijn opgesteld. Bovendien voel ik ook het plezier waarmee de ontwerper aan de slag was, humor en poëzie gaan hand in hand.
Om dit uitje feestelijk af te ronden pik ik nog mijn eerste terrasje van het jaar mee. Ik zucht van plezier, de winter kruipt stilaan uit mijn kleren. En dat is niets te vroeg.

dinsdag 16 maart 2010

Bereikbaar

Op de tram richting stad volg ik een gesprek tussen een koppel. Hij is leerkracht met net enkele klassenraden achter de rug en er moet hem het een en 't ander van het hart. Want die jongeren, die hebben het niet gemakkelijk. Er is zo veel aanbod dat de school bij in het lijstje van 'keuzes' komt. Ze hebben immers nog 7 hobby's, gaan op zaterdag uit, werken in de bakker, moeten dan ook nog bij de moemoe op bezoek en hebben zo geen tijd voor hun huiswerk. En dan moet je als leerkracht zorgen dat die jongere genoeg kansen krijgt en herkansingen want je moet aan de overheid aantonen dat je hem voldoende aangeboden hebt. Ouders staan als één blok achter zoon- of dochterlief dus je moet je als leerkracht ook nog eens aan hen verantwoorden.
Eén regel is alvast erg duidelijk op hun school: geen GSM-gebruik tussen half negen en vier uur. Dat lijkt me niet slecht.
Onlangs las ik in de krant over jongeren die lichte paniekaanvallen hebben als ze een kwartier geen sms gekregen hebben. De wereld is hen vergeten! Hun vrienden hebben hen laten vallen! Het moet pijnlijk zijn om in die gedachtenmolen te zitten. Of wat te denken van een meisje dat gemiddeld
60 smsjes per dag van haar lief kreeg en zich verplicht voelde om op elk berichtje te reageren? Af en toe klassikaal oefenen in een GSM-loze periode kan de gemoederen alleen maar ten goede komen.
Nu ja, als ik zulke zaken hoor, probeer ik dat altijd even op mezelf af te stemmen. Want ik geef het toe, als mijn GSM een volledige dag geen geluid heeft laten horen, passeert er ook een stem door mijn hoofd die zegt 'Alarm, uw vrienden zijn u vergeten, u bent wellicht de laatste bewoner op aarde!' Als ik een dagje op stap ga en ik ben mijn GSM vergeten, dan zal ik 9 op de 10 keer terugdraaien om hem te gaan oppikken. Of als ik een dagje thuis ben, dan staat tegenwoordig altijd mijn laptop aan en dan heb ik de gewoonte om elk uur eens te kijken of er een mailtje is binnengewaaid. Een dwanghandeling is dat. Telkens reikhalzend uitkijkend naar leuke woorden. En als er dan een mail is dan is het vaak een mail die ik net niet wilde krijgen.

maandag 15 maart 2010

Overflakkee

Zondags op stap, dat is altijd een beetje vakantie. Zeker als ik in het buitenland ben, op tocht doorheen het eiland Goeree-Overflakkee. Ik kijk anders rond, met meer verbazing, met vreemde ogen. Ik lees dorpen op de kaart, maak er mij een beeld bij en moet dat beeld bijstellen als ik de realiteit zie.
Ouddorp ligt aan de zee en is gericht op grote drommen zomerse toeristen, dat vertellen mij de grote geplaveide parkings in en rond het centrum (welk?) die nu grote verlatenheid tentoon spreiden. Een veel te grote zakdoek voor mijn kleine snottebel-auto. Niet alleen de parkings liggen leeg, in het hele dorp is geen animo te bespeuren. Geen mensen rond de huizen, in de huizen of tussen de huizen. Geen auto's, geen fietsers. Zondag rustdag.

In Goedereede was ik ooit eens voor een lekker diner, dus dat valt nu naast de route. Van Dirksland wil ik graag een foto van het naambord voor mijn broer (zou er een Heidisland bestaan?) en Melissant klinkt als ravissant maar valt ook naast de route want we zijn op weg naar Sommelsdijk en Middelharnis. Heerlijke namen die vlot van mijn tong rollen. We hebben een opdracht: zoek de haven van Middelharnis, daar ontmoeten we elkaar voor een diner. Op de kaart lijken die twee dorpen amper een speldenprik groot en ik denk de haven meteen te zullen spotten. Niet dus. Er staan immers huizen, kantoren en scholen in de weg. Een dorp is lang niet zo overzichtelijk als het er op de kaart uitziet. Zeker niet zo'n algemene overzichtskaart met een enkele hoofdstraat er op. We rijden lukraak doorheen de straten en we zien een mooie dreef met aan beide zijden bomen en keurige gevels. Wel jammer van die tientallen wagens die er geparkeerd zijn. Wagens? Aha, hier zitten al de mensen! We rijden verder en onze monden vallen open van verbazing. In groepjes van twee, drie, vier, vijf stromen de mensen uit hun huizen. Feestelijke uitgedoste stellen spoeden zich langs de voetpaden. Waarheen gaan ze? Is hier een feest gaande? Wij zijn stomverbaasd bij het zien van zoveel drukte en zetten de auto aan de kant. Hier willen we het fijne van weten en even voel ik mij een ontdekkingsreiziger. We mengen ons tussen het volk en kijken onze ogen uit. Als het een feest is, is het een droevig feest want bijna iedereen is in het zwart. We ontdekken dat ze naar een kerk wandelen, een lage, die amper opvalt tussen de huizen. De vrouwen dragen zonder uitzondering allemaal een hoed. Hoedenmaker in Sommelsdijk, dat moet opbrengen. We zien vrouwen die enkele meters voor de kerk hun hoed uit een plastic zak toveren, schichtig om zich heen kijken en hem met een snel gebaar op hun hoofd planten. Om hem na enkele meters aan de ingang van de kerk weer aan de haak te hangen, naast de jas van hun man.
De groepjes blijven toestromen, tientallen mensen van alle leeftijden, waar hielden die zich allemaal schuil? Geen wonder dat de straten leeg waren, zij waren zich allemaal aan het optutten! Ik ben intussen zo nieuwsgierig geworden dat ik een jong stel aanspreek. Waar gaan zij naartoe? Is er een feest aan de gang? De vrouw antwoordt dat zij naar de kerk gaan, de gereformeerde kerk. Dat doen ze elke zondag, twee keer. Een keer om half tien en een keer om half zes. De gereformeerde kerk is groot op het eiland. Wij verbazen ons over dat grote aantal waarop zij ons vraagt waar wij dan wel vandaan komen. Uit het verre België, het volledige uur rijden hiervandaan, waar we zo'n grote volkstoeloop naar de kerk absoluut niet kennen. Het komt ons vreemd over en strikt en beklemmend
, maar het trekt ons ook. Jammer van onze strandwandel-outfit die ons weerhoudt binnen te gaan en een dienst bij te wonen. Bovendien hebben we een missie, dineren aan de haven, die we nog steeds niet gevonden hebben.

maandag 8 maart 2010

Zorgeloze sauna

Gelukkig. Hij bestaat. De internationale mannendag. Compleet met website en al, kijk maar eens op http://www.internationalmensday.com.
Kwestie van evenwicht te brengen in het leven. Want alleen een internationale vrouwendag, dat kan natuurlijk niet.
Maar de mannen moeten nog even wachten, want vandaag was het de beurt aan de vrouwen. Ik heb me alvast achter de traditie geschaard en mezelf helemaal vrouw geweten: een heerlijke massage gekregen, van een sauna genoten, lekker gekookt en de was opgehangen. Op een bepaald moment zat ik in de sauna met 6 mannen. Telkens als de deur openging dacht ik: 'Een vrouw, laat het een vrouw zijn, dit overwicht kan ik niet meer aan.' Maar mijn mentale hulpkreten mochten niet baten. Dat één paar borsten tussen al die harige torso's, het was zwaar om dragen.

Dit is echter nog geen fractie van wat vrouwen in andere omstandigheden te dragen hebben. Per post kwam het Oxfam-tijdschrift toe. Ik lees dat in Zuid-Afrika elke zes uur een vrouw door haar partner wordt vermoord. In Guatemala sterven elke dag twee vrouwen door geweld. Maar ik hoef het niet eens zo ver te zoeken. In eigen land waren er in 2007 maar liefst 35.961 meldingen van huiselijk geweld binnen het koppel. Vier op vijf slachtoffers zijn vrouwen, negen op tien daders mannen.
Zijn vrouwen dan zo bedreigend voor mannen? Hebben mannen zichzelf dan zo weinig in de hand? Staan wij dan met z'n allen zo ver af van liefdevolle vriendelijkheid voor elkaar? Kunnen vrouwen dan zo slecht hun grenzen afbakenen? Zijn vrouwen dan zo weinig in staat zichzelf te verdedigen?
Ik weet dat de antwoorden niet zo éénduidig zijn. Dat dit allemaal gevolgen zijn van subtiele processen binnen een cultuur, binnen een relatie. Misschien hebben we maandelijks een mannen- en een vrouwendag nodig?
In elk geval zijn er al veel stappen gezet, waar ik van kan profiteren:
ik kan in dit land als vrouw alleen zorgeloos een namiddag naar de sauna zonder lastig gevallen te worden, zonder dit stiekem te moeten doen, zonder te moeten vrezen voor mijn leven.

vrijdag 5 maart 2010

Venijnig beest

Kijken naar vuiligheid. Er bestaan leukere dingen om te doen. Een vuilnisbelt, schoorstenen vol roet en zwarte rook, ingewanden van beesten, de groenafvalzak die na twee weken tot leven is gekomen in je keuken, een verstopt afvoerputje vol haren en slijmerige brokken, een zakdoek waarin korsten van drie maanden oud zitten,... Zie je het voor je?
Maar het is niet die vuiligheid waar ik het wil over hebben, deze vuiligheid die buiten mij ligt. Ik wil het hebben over de vuiligheid aan de binnenkant, de minder propere kanten van mezelf. Waarbij ik niet spreek over tanden poetsen, douchen, schone kleren aandoen of mijn oren uitkuisen. Ik heb het over de minder propere kanten van mijn karakter. Over die donkere plekken waar ik graag in een grote boog omheen wandel. Waarbij het simpele truukje 'als ik mijn ogen dicht doe en er niet naar kijk, dan zijn ze er niet', niet blijkt te werken. Want dan hoopt de vuiligheid op en komt door de kieren en de spleten naar boven. Het blijft beuken en desnoods komt het er in gulpen uit. Het vraagt behoorlijk stevige benen om de gepantserde poort te openen en het recht in de ogen te kijken. Het venijnige beest met rode ogen die vuur spuwen en scherpe klauwen die wild om zich heen slaan en een gore bek waarmee het het liefst van al in zijn eigen staart bijt. Het beest dat gefrustreerd is, sarcastisch is en woedend tekeer gaat. Al deze vuiligheid openleggen vraagt een hoop moed. Maar als ik dan zie hoe het aan kracht verliest als het wordt blootgesteld aan daglicht, dan is er nog hoop voor mij.
En voor jou wellicht ook.
Geen betere tijd voor een nadere kennismaking met dat beest dan deze tijd van vasten en zuiveren.
Dan zijn we met z'n allen weer een pak frisser als de lente er is.