maandag 19 september 2011

Soep

Ik maak er een soepje van. Dat doe ik meestal met een pompoen, zo groot, wat moet ik er anders mee? Deze pompoen kwam recht van het veld, via opslagplek garage, in mijn handen terecht. Een jong exemplaar, dat ik niet te lang mocht bewaren, want de schil was nog te dun. Oudere pompoenen kan je langer bewaren, hun schil wordt ruwer en aan hun steel zakken ze een beetje in. Dit blozend oranje bolletje nam ik met veel plezier mee naar huis en ik droeg hem trots mijn keuken in. Met in mijn andere hand nog een zak en rond mijn schouders een tas en aan mijn pink een sleutelbos. Ik voelde mijn grip om het tere steeltje verslappen en één tel later plofte de pompoen op de keukentegels. Het kraakte onaangenaam, de tere schil was in twee gebarsten. Auw. En ook: aha, zo kan ik de volgende keer ook een pompoen in twee krijgen in plaats van daar onhandig met een keukenmes doorheen te wroeten.
Voor het soepje was er nog eerst pompoen-pastasaus. De beste ever (met pijnboompitjes en room en dille en look)! En de andere helft van de pompoen netjes in partjes gesneden de vriezer in. Om daar na een week weer uit te mogen, van de vrieskoude meteen in een kookpot.
Qua sauna-effect kan dat tellen. Er mocht nog wat bij in de kookpot, want zo'n jonge pompoen heeft een zachte smaak. Na een duik in mijn ijskast toverde ik een halve bio-rode biet te voorschijn, van hetzelfde veld en uit dezelfde garage. Pompoen-rode bieten soep, dat kan niet mislukken.
Een halve pompoen tegenover een halve rode biet, je zou denken dat de pompoen de overhand haalt, maar na wat mixen kreeg ik bloedrode biosoep, akelig lekker.

woensdag 14 september 2011

Doordeweekse ontmoeting

Van op een afstand mik ik de vork in het witte bestekbakje dat ik gebruik als verzamelplaats voor af te wassen gerief. Er springt iets zwarts weg. Tiens, er hing toch niets aan die vork? Ik steek mijn neus in het bakje en deins ogenblikkelijk weer achteruit. Ik sta oog in oog met een ongenode gast: een spin van het betere kaliber. Voorzichtig werp ik een tweede blik over de rand. Wow, ze is echt groot. Met van die harige poten en een kop waar precies twee klauwen op staan. En van die heel erg aanwezige poten waar je een beetje duizelig van wordt als je ze probeert te volgen in hun beweging. Ik blaas en ze laat zich levenloos in een hoekje vallen. Het daagt me dat zij er in haar eentje nooit uit geraakt. Hoe is ze er dan in de eerste plaats in geraakt? Gelukkig dat die vork haar niet gespietst heeft. Waar zal ik ze laten? Want nooit meer afwassen is geen optie. Ik zal ze straks buiten laten, maar niet op mijn terras want dan zit ze meteen weer binnen. Aan de voordeur dus, maar da's voor later, want het is zondagochtend en ik loop nog in mijn pyjama.
Een uurtje later wandel ik met het bakje naar beneden en open de deur van de kelder, want buiten is het te koud. Ze kruipt weg onder de bovenste houten trede. Nooit meer op mijn blote voeten de kelder in, denk ik. En ook: 'dat is het leuke van september, de beestjes komen binnen een schuilplaats zoeken, de herfst is in aantocht!'
De volgende avond kom ik thuis van het werk, doe het licht aan in de gang en zie haar zitten: de langpotige schone, mooi in het midden van de witte muur naast de deur. Ik hou de deur open en blaas haar buiten, dik tegen haar zin, dat is duidelijk. De volgende ochtend ga ik naar buiten en zie ik binnen in de hoek aan de deur... een spin. Ze lijkt verdacht veel op het exemplaar dat ik al twee maal buiten zette, ik ga er van uit dat zij het weer is.
Ze kan dus door dichte deuren binnen geraken - harry spider!
Ik laat haar zitten.
Ze heeft haar punt duidelijk gemaakt.
Ze blijft.

zondag 11 september 2011

Ontwapenend

Avond. De bel gaat. Ik open de deur. Iemand op de stoep met een stengel in zijn hand. Ik volg de groene stengel naar boven en zie daar een pracht van een zonnebloem prijken. Een echte frisse kleur geel waar ik instant vrolijk van word. Ik kijk naar beneden en zie een plastic zakje aan de stengel hangen. Zo verkopen ze volgens mij geen zonnebloemen in de plantenzaak. Hij zal die toch niet stiekem uit één of ander tuintje meegenomen hebben? Mijn wenkbrauwen gaan vragend de hoogte in.
"Die zonnebloem riep mij, ze hing half over de dakrand van een plat dak, zo helemaal verloren en in haar eentje, niemand zag haar, ik moest ze wel redden. Snij ze af en geef ze maar snel water."
"Jamaar ze heeft toch veel wortels, als ik ze nu in een pot plant, zou ze dat overleven?"
En ja hoor, zelfs de kleine knopjes groeien verder en vouwen hun blaadjes heel voorzichtig open. Afwachtend volg ik hen, benieuwd of ze het echt zullen halen. Eerst drie blaadjes die schuchter kleur bekennen en een dag later barst de hele knop in geel vuurwerk open. Ze maken me stil, met z'n drieën aan één steel. Neergepoot in vreemde grond op een vreemde plek. Eerst zelfs nog aan de noordelijke kant van het huis verdorie. Maar hier aan de zuidkant stralen ze. Ik ken geen bloem die meer ontwapenend is!

vrijdag 9 september 2011

Mini-boekjes





Mini-boekjes van 7 cm hoog en 5 cm breed.

Handgebonden met prachtige omslagen van Japans papier.

12 witte blanco pagina's om je eigen gedichten, je eigen 'merci' of 'zomaar' neer te pennen. Als kaartje bij een kadootje, als verjaardagskaart op zich, als mini-boekje in je portefeuille om nota's te nemen of boeken-en muziektips te noteren.

3,5 euro per stuk.

woensdag 7 september 2011

op zeven

Ik kreeg een smsje dat zei: je oorbellen zijn op het 19u journaal van canvas verschenen.
Ik dacht dat het een grapje was.
Canvas heeft immers geen 19u journaal.
Dan was het op één, luidde de reply.
Dus ik op zoek.
Neen, niet dat item over Syrië.
En bij Di Rupo moest ik het ook niet zoeken.
Aha, Oostende misschien? Het bericht kwam immers van de Westkant van ons land.
En ja, daar zag ik plots iets bekends bungelen aan de oren van een voor mij onbekende dame.

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/journaal/1.1105118

Voilà, mijn oorbellen zijn in het "zevenuurjournaal" verschenen.
Let the business roll!