donderdag 25 februari 2010

Douchegel

Er zijn zo van die woorden die niet duidelijk te omschrijven zijn.
Vroeger kende ik het woord zerp niet. Een enthousiaste vriend gebruikte dat woord zo vlot in de veronderstelling dat het voor iedereen gekend was. Ik viel uit de lucht.
Zerp, wat is dat?
Goh, hoe zal ik dat uitleggen? Het gaat over het gevoel dat je krijgt in je tong op het moment dat je in een onrijpe banaan bijt en dat zuigt dan alle vocht uit je mond. Dat is zerp.

Er zijn ook zo van die gewaarwordingen die niet eenvoudig in woorden om te zetten zijn.
Onlangs
vertelde een andere vriend mij dat hij nieuwe douchegel had gekocht. Iets met munt. En die douchegel had op zijn klokkespel het effect van tandpasta. Ik heb geen klokkespel en heb er zeker nog geen tandpasta op gesmeerd, maar ik kon mij bij de uitleg toch een sensatie voorstellen. Sindsdien heb ik de uitspraak bij enkele mannen getest. Ze herkennen de ervaring één voor één, hoewel geen enkele man bekend heeft ooit al tandpasta op zijn klokkespel gesmeerd te hebben.
Hm.

Ik ben alvast een wetenswaardigheid rijker.
En wat voor één.

vrijdag 12 februari 2010

Volgen

Volgen, volgde, gevolgd.
De Dikke Van Daele kent elf verklaringen toe aan dit woord. Onder meer:
  • zich bewegen in de richting die overeenstemt met die van het in object genoemde
  • gaan langs (vb. een weg volgen)
  • de voortgang of ontwikkeling bijhouden van iets of iemands gedachten
  • handelen naar, gehoor geven aan
  • voortvloeien uit
Nergens in Van Daele staat 'met een zekere regelmaat iemands blog lezen en dit kenbaar maken'. Het is dan ook iets nieuws dat in mijn Dikke Van Daele van 2008 nog niet kan voorkomen. Maar jij beste lezer, jij kan wel de daad bij het woord voegen. Jij kan mijn blog volgen. Via een eenvoudige knop in de balk hiernaast kan je jezelf tot 'Volger' slaan van 'Boe, Da en ik'. Welkom!
Ik ga je niet met reclameboodschappen om de oren slaan, ik ga je niet voorschrijven hoe je moet leven. Ik ben geen Boe, ik ben geen Da, ik ben ik.
Je bent dus absoluut niet gevogeld als je je inschrijft, het wordt er alleen maar knusser op!

maandag 8 februari 2010

Achtergevels

Vanuit het raam in mijn keuken heb ik zicht op andere huizen. Allemaal gevels, allemaal achterkanten van huizen. Een grote verscheidenheid aan ramen, terrassen, daken en tuintjes. Als ik door de straten loop, probeer ik de achtergevel en voorgevel te verenigen, maar daar slaag ik vaak niet in. De achtergevels vertellen immers vaak een ander, meer levendig verhaal. En daar kan ik dus eindeloos naar kijken, vanuit mijn eigen huis, naar dat knusse huizenblok met in het midden allemaal tuintjes en één grote boom.
Ik ken stilaan de ritmes van mijn overburen. Hoe laat ze opstaan, hoe laat ze gaan slapen, wanneer ze tv kijken, wanneer er bezoek is. Er is een oud koppel, twee jonge gezinnen en een vrijgezel waar af en toe op zondag een extra persoon aan de ontbijttafel zit. Al hun gevels hebben een eigen klank-en lichtspel.
Het is al eens in me opgekomen om bij hen aan te bellen om eens vanuit hun kant naar de achtergevel van mijn huis te kijken. Maar dan liefst zo dat ik mezelf kan zien als ik thuis ben. Om dan te kunnen zien wat zij zien. Want ik denk vaak dat ik hen onzichtbaar kan gadeslaan, dat zij mij niet zien door het licht dat slecht valt ofzo. Zou die achtergevel dan geheimen prijsgeven waar ik zelf geen weet van heb? Iets extra's dat ik over het huis te weten kom omdat ik de achtergevel ken.
Voorlopig is het eenrichtingsverkeer. Ik kijk en verzin verhalen bij wat er zich achter gevels afspeelt.

zaterdag 6 februari 2010

Kerstboom

Kan ik in februari nog over een kerstboom beginnen? Het is riskant om te schrijven, maar mijn kerstboon was tot gisteren nog in mijn leven. Het was een prachtexemplaar, een dure Nordmann. Hij was niet groot en had een gezellig dik buikje waar hij graag mee pronkte in mijn living. Zonder een krimp te geven, zonder een naald te laten vallen stond hij de hele tijd statig recht zijn taak te vervullen. Ik merkte pas laat dat het einde nabij was. Haast onmerkbaar was zijn diepe groene kleur vermengd met een bruine gloed en zag ik dat hij stilaan zijn naalden in een droogtekramp naar zich toe getrokken had. Takjes kronkelden zich rond de verlichting en kerstballen kwamen klem te zitten tussen de oksels van de takken. Tijd dus om mijn tanden op elkaar te klemmen en als laatste der Mohikanen mijn kerstboom aan de deur te zetten. Op de huisvuilkalender zag ik dat dat nog net kon op de laatste rondgang. Gezien het dikke buikje van de boom kon ik hem moeilijk op het voetpad zetten, geen kat zou er kunnen passeren. Dus zette ik hem achter het lage muurtje aan de kant van het huis. `s Avonds kwam ik thuis en daar stond hij nog, hij keek mij scheef van onder zijn kruin aan, verbouwereerd over mijn koude optreden. Ik dierf hem niet recht in de ogen te kijken en stapte snel naar binnen. Een boom hoort buiten te staan, hij kan hier wel tegen.
Anderhalve week later echter stond hij nog te wachten, zielig tegen het muurtje gezakt. Verder geen kerstsfeer te bespeuren, geen bomenbroeders in de straat, alleen hij. Ik kon het niet meer aanzien en stuurde een mailtje naar het stadsbestuur met de vraag hem uit zijn lijden te verlossen. En warempel, de volgende dag kreeg ik een telefoontje, de reddingsactie werd ingezet. Een ploeg zou proberen mijn boom op te halen. Moest het niet lukken (om niet nader gespecifieerde reden) moest ik hem de volgende dag wel op het voetpad aanbieden. De verongelijkte voetgangers moesten we in deze dringende reddingsactie dan maar even over het hoofd zien.
De stem van de dame klonk heel serieus en ik dacht: "Waauw, mijn late kerstboom is een stadszaak geworden."

dinsdag 2 februari 2010

Plaatje

Aan een ronde tafel zitten vijf mannen. Stoere kerels, elk achter hun Maes Pils. Er hangt een zwaarwichtige sfeer boven de tafel. 'Wij doen dit al jaren en hebben de plicht dit nog jaren vol te houden, een zware taak rust op onze schouders.' De man die recht in mijn blikveld zit, draagt een groot brilmontuur dat duidelijk van erg goede kwaliteit is, het gaat al minstens 30 jaar mee. Hij draagt eveneens veel groeven in zijn gezicht en grijze rasta's in zijn haar. Hij kijkt rond alsof het hem niet eens zou verbazen als er plots een olifant voor zijn neus zou staan. Een blik die zegt dat hij alles al gezien heeft in het leven. Boven hem aan de muur prijkt een opgezet everzwijn: jachttrofee, slechte smaak of ter illustratie van de levende exemplaren die hier nog door de bossen dwalen? Ernaast foto's uit de oude doos. Uit de boxen schalt zondagnamiddagradio: de koers. Eén van de mannen vertelt rustig een mop die een lachsalvo ontlokt aan de stevige mannenlijven. Eén van de mannen staat op, wandelt naar deur, doet zijn jas aan en vertrekt met een korte knik. Waarschijnlijk weet iedereen dat dit zijn uur is om te gaan. Waar gaat hij heen? Dan zet de ober zich bij de ploeg. Hij draagt zijn haar gemillimeterd en heeft beide armen vol tattoo's. Hij lijkt heel anders te zijn maar wordt broederlijk rond de tafel opgenomen. He's one of the guys.
Enkele zaken vallen buiten het plaatje: Een pluchen konijn met een roos pakje en een roze hoed waar twee konijnenoren doorsteken. Het beest heeft een stoel gekregen aan de rondetafel maar kijkt door de spijlen de andere kant op. Midden op de tafel prijkt een bord met zalm en sushi... bij bier? om 15u?
Aan de tafel achter me zitten drie Thaise dames met een kleine jongen in een buggy. Ze kwetteren onverstaanbaar een heel eind weg. Eén van de dames gaat buiten onder de verwarming een sigaret roken. De andere dame haalt een schotel zalm onder de buggy vandaan. De kleine heeft een koekje met chocolade soldaat gemaakt en hangt vol tot achter zijn oren. En op dat moment zet zijn moeder hem op de schoot van één van de Maes-Pils-Bonken en zegt 'Hier vader, hou hem eens vast.' Waarop de vader onhandig het kind vasthoudt en hem wijst op het pluchen konijn dat een gek geluid maakt als je het beweegt. De chocolade-lach van het kind maakt een brug tussen de twee tafels.
Het plaatje werd verhaal, zomaar, voor mijn ogen. Ik was in mijn sas. Meer nog, ik was in 't Sas van Emmelen.