maandag 28 april 2008

Kyaniet

Hij lijkt op een flashy memorystick. Je zou ook kunnen denken dat het een stijlvolle aansteker is. Maar hij is mijn steen. Hij ligt goed in de hand, heeft een stevig gewicht en neemt met gemak de warmte van mijn lijf over. Ik ben helemaal verkocht. Hij lag naar me te lonken in een zaal van het Antwerpse Bouwcentrum. Oké, er zijn romantischere plaatsen, zeker op een zonnige zondagmiddag, maar daar lag hij, tenmidden van heel wat ander fraais.

Ze zeggen dat jij de steent niet kiest, maar dat hij jou kiest. Mijn gesprekspartner trekt de wenkbrauwen op en zo raken we verzeild in een gesprek over zin en onzin van de energetische kracht van stenen. Je kan versteld staan over de helderheid van stenen, over de kennis die mensen erover hebben, over de kleuren enzovoort. Maar dat ze je kunnen helpen in je leven en kracht kunnen geven en chakra’s kunnen openen, dat is een brug te ver.
Hij situeert zich duidelijk aan de kant van de non-believers, ik eerder aan de andere kant. Mijn steen belooft mij immers rust, kalmte en helderder denken. Hij zou verbinding tot stand brengen tussen hart en ziel waardoor ik mijn leven meer zal kunnen sturen in de richting die bij mij past. Laat mij dus maar believen.
Toch staan we niet lijnrecht tegenover elkaar. Want we komen wel overeen: “Je mag er niet in overdrijven.”

Ik kan mijn steen in elk geval al niet meer missen, doe rokken en broeken mét zakken aan en heb hem vannacht onder mijn kopkussen gelegd.

woensdag 23 april 2008

Bloesem


Ik rij moe maar voldaan met mijn wagen volgeladen terug naar huis. Op de achterbank liggen allerlei kleren om te passen en te kijken of ze samengaan met wat al in mijn kleerkast hangt. Het is ’s avonds laat en ik kijk uit naar thuiskomen. Dan gaat mijn telefoon en bij het eerste belletje weet ik ‘ik ben iets vergeten’. Ik zet me aan de kant en luister naar mijn voicemail die zegt: ‘Wat ik jou het liefste wilde geven, ben je vergeten.’ Een minuscuul scheurtje ergens ter hoogte van mijn hart.

Terugdraaien is de boodschap. Dat lijkt eenvoudiger dan het is, want zoals zovele Vlaamse wegen is mijn terugweg gesierd met een wegomlegging. Bovendien denk ik overmoedig dat ik die wel kan omzeilen, wat uitdraait op een luide vloek. Kijk, deze wegomlegging is het waard om te volgen, want ik kom uit waar ik wil zijn.
Kadootje de auto in en meteen weer weg; ik ben nog warm en mijn auto ook. Even later lijkt het alsof ik gewoon voor de eerste keer op terugweg ben. In geen tijd kom ik thuis aan, want als mijn nest roept, rij ik te snel.
Als tweede kadootje krijg ik bomvol geparkeerde straten. Ik had het niet mogen doen: onlangs nog trots tegen iemand zeggen dat ik altijd parkeerplaats bij de deur heb. Bovendien is de plek die ik uiteindelijk vind te groot, wat steevast met stuntelig parkeren samengaat.
Binnen snel ik, in het donker en met mijn jas nog aan, naar de kast met vazen, pak een stevige vaas beet en knal een glazen exemplaar de kast uit. Mijn sprankje hoop over het heel-zijn van de vaas wordt vakkundig in de kiem gesmoord: ze ligt perfect in twee gebroken op de tegels. Jaja, dat van die scherven en geluk. Bovendien loop ik twee seconden later tegen de deur, blijf aan de klink hangen en denk: mijn bed, nu!

zondag 20 april 2008

Voortreffelijk


In de trein op weg naar huis lees ik. Vaak schrijf ik wanneer ik onderweg ben met de trein, maar deze keer lees ik een boek. Een pocket – handtasproof. Het voorbijrazende landschap doet me zoals steeds nog sterker focussen op de woorden en de zinnen. Alles verdwijnt, de tekst blijft bij me.

Verwonderd lees ik over de Vijf Voortreffelijke Richtlijnen van het Boeddhisme. Naast de Tien Geboden uit de Bijbel, de yoga-sutra’s van Patanjali en de Twintig eet-je-happy tips uit Libelle, ontdek ik deze voortreffelijke richtlijnen.


1. eerbied voor het leven
2. vrijgevigheid
3. verantwoord seksueel gedrag
4. zorgvuldig spreken en luisteren
5. alleen gezonde dingen nuttigen

Dat laatste geldt voor alles wat je van buiten naar binnen brengt: eten, maar ook boeken, films, muziek, televisieprogrammma’s, enz. Het blijkt dus voortreffelijk te zijn om gezonde boeken te lezen en gezonde muziek te beluisteren. Over die televisie hoef ik me alvast geen zorgen te maken, want ik kijk niet. Omdat ik geen kabel heb, geen werkende antenne, geen digitale aansluiting, geen schotelantenne.
Mensen vragen me soms met grote ogen wat ik dan de hele tijd doe. Ik antwoord dan met grotere ogen dat ik niet zou weten wanneer ik dat ook nog zou moeten doen, tv kijken.
Als ik moe ben en ik heb het wel gehad voor die dag, dan plof ik in de zetel, eet chips en lees ter ontspanning een roddelblaadje. Gezond is een heel breed begrip.

vrijdag 18 april 2008

Plooien

De plooien van mijn gedachten
zijn als de rokken van mijn moeder.
Ik voel me er
veilig
verstopt
voor de blikken
van vreemden.

woensdag 16 april 2008

Fout hout

Uit het juiste hout gesneden. Dat heb ik altijd al een mooie uitdrukking gevonden. Het getuigt van degelijkheid, drang naar kwaliteit. Het gaat niet zomaar over een willekeurige den of een trieste wilg, neen, het gaat over het juiste hout. Dat wil dus zeggen dat er fout hout bestaat. Lijkt me vreemd.
Zouden bomen dat dan van elkaar zeggen?

“Die eik is echt uit het foute hout gesneden.”
Of meubels?

“Hm, die Louis Quatorze zetel lijkt mij helemaal niet uit het juiste hout gesneden.”
Ik denk van mezelf soms dat ik uit het foute hout gesneden ben. Als ik een uur mijn wekker snooze en dan nog niet uit mijn bed geraak. Wanneer ik naar links wil terwijl al de anderen naar rechts gaan. Of wanneer ik in de winkel overdonderd word door de miljoenen mogelijkheden van Ipods, DVD spelers, home cinema’s en muziekinstallaties. Ik dacht dat ik het wel kon redden met ‘ik wil iets simpels en goed geluid is het belangrijkste.’ Ik heb het niet gered. Nog niet.
Gelukkig denk ik vaker dat ik uit het juiste hout gesneden ben. Als ik helemaal murw uit de filmzaal kom en door de straten dwaal, met het verhaal nog in mij, vol poëzie. Als ik onderweg ben met mijn kleine auto en al de lichten op groen springen, speciaal voor mij. Of wanneer de zon binnenschijnt op de weekendkrant waarin ik het zoveelste goede interview lees. Anouar Brahem speelt dan op de achtergrond. Ah, het heerlijke geluid van mijn vijftien jaar oude, draagbare Samsung.

maandag 14 april 2008

Zij

Haar hart bonst.
Is dat goed voor jou?

Ze is bij je.
Achtergebleven voetsporen vult ze op
met zeezand en zout water.
Ze strijkt de kreuken in je lakens
gladde haren tussen haar kromme vingers
zachte welvingen.

Jouw hart bonst.
Dat is goed voor jou.


Ze verzamelt kruimels van jouw naam
broodnodig.
Ze leest de woorden die jij niet begrijpt

om dan de boeken te sluiten
lettervreter van jouw gedachten.

Ze schikt haar kleren,schudt haar vleugels en glimlacht.
Haar hart bonst voor jou.

zondag 13 april 2008

Kalmthoutse Heidi

Boosheid ligt op mijn lever. De lever hoort bij de lente, en aangezien ik de laatste tijd erg boos ben, heeft mijn lever dubbel werk. Naar het schijnt hangt elk orgaan bovendien samen met een zintuig en bij de lever zijn dat de ogen. De mijne voelen dan ook zwaar en vermoeid, met oogleden die voortdurend als te zware kofferdeksels willen dichtklappen.
Een mogelijke remedie is: jezelf fysieke ruimte gunnen. Ergens naartoe gaan waar je ogen ver kunnen kijken zodat zij én je lever rust krijgen.

Op naar de Kalmthoutse heide.
Wanneer ik op mijn blote voeten door het heidezand loop – dat zelfs in dit aprilzonnetje al lekker warm voelt – komen er twee jonge kerels aan gefietst.
‘Dat was een echte!’ hoor ik de laatste naar de eerste roepen als ze me voorbij zijn. (jaja, wind kan stemmen ver dragen…)
Ik lach bij mezelf, beschouw het alvast als een compliment en vraag me dan pas af wat hij eigenlijk zou bedoelen.
Een echte mens? (gelukkig maar) Een natuurliefhebster, een alternatieve freak, een echte wandelaarster, een echte gek op blote voeten?
Tot een vriend ’s avonds opmerkt: een echt hert misschien?
Dat is het.
Gegroet
Heidi het Hert

zaterdag 12 april 2008

Leuke lijstjes

Het is me wat met die orde in mijn leven. Mijn geheel ongevaarlijke neiging om te inventariseren strekt zich immers verder uit dan mijn boekenplank. Want als je er even over nadenkt, dan valt er ontzettend veel te inventariseren.

De ene activiteit past in de categorie ‘hartverwarmend’ en de andere valt eerder onder ‘hopeloos’. Terwijl er gebeurtenissen zijn die passen onder ‘bij te houden voor het nageslacht’ en andere momenten mogen genadeloos in de prullenbak. En verder de hoofdstukken ‘mannen’, ‘stomme zetten’ (zowel uitspraken als acties, van mezelf of van anderen), ‘intens’, ‘halfbakken’ en ‘grandioos’. Eindeloze mogelijkheden dus.

Maar mijn echte zwakte ligt bij de volgende lijstjes:
de boeken die ik gelezen heb / de boeken die ik nog wil lezen
leuke activiteiten om te doen
gekke plekken om te bezoeken
films om te zien / films die ik gezien heb
muziek om te beluisteren

Als ik iets nieuws vind dat in één van de lijstjes past, dan word ik daar helemaal gelukkig van, geïnventariseerde vrolijkheid is mijn deel.
Alsof dat opstellen van lijstjes goede punten oplevert. ‘Flink zo, jij hebt de meeste lijstjes.’ Of ‘Goed gewerkt! Jouw lijstjes zijn het meest uitgebreid.’ En dan maar gaan voor die tien op tien.
Of is het eerder zo dat ze houvast geven, een richting in mijn leven, een aanbod voor het geval dat er plots een dodelijk vervelend moment opduikt? Een illusie van controle, is dat het?
En dan zwijg ik nog van mijn kleerkast, van mijn administratiekaft en van de potjes in de keuken met lekkere etiketten...

Mijn leven gevat in een lijstje, ik kan het aan!
Iemand een archivaris nodig?

vrijdag 11 april 2008

Boekenplank

Er zit orde in mijn boekenkast. De hardcovers staan stevig bij elkaar op een plank, de kleurige paperbacks op een andere plank. Dan heb je nog pockets, kinderboeken, reisboeken, boeken van allerlei slag en last but not least dé plank met de spirituele boeken.
Dat is een volle plank met gewichtige boeken, dunne boekjes die wankel op hun bladen staan en oude, moeilijk verteerbare exemplaren. De Bijbel mag gemoedelijk naast de Bhagavad Ghita, Krishnamurti ruggensteunt Toon Hermans en Gandhi kan wat kleur betreft wel naast Power Yoga.
Titels lachen je toe: Pluk de dag, Met hart en zinnen, De laatsten zullen de eersten zijn, De kracht van het nu... Ze stralen een belofte uit. Een belofte van een vlot en licht leven. Een veld vol madeliefjes met eeuwig lachende, gezonde mensen die al lang hebben afgerekend met hun twijfels, afgunst, haat en nijd. Evenwichtige mensen die hun angst een plaats weten te geven.

Boeken waarbij je voluit denkt: 'Ja, ik wil!'
Zaak met die plank en die boeken is, dat het meestal de boeken zijn waarin ik enthousiast begin, maar die ik nooit beëindig. Ik strand zo ongeveer na het eerste hoofdstuk, haal soms de eindmeet van het tweede, maar uitlezen is me nog niet gelukt.
Ik lees blijkbaar liever De Boekendief van Markus Zusak (op de plank met de geleende boeken) dan pakweg Het evangelie van Thomas.