zondag 29 juni 2008

Vriendelijk bos

In een groot bos zit ik aan de voet van een rustige boom en laat mijn tranen de vrije loop. Het lijkt alsof ze in de bosgrond sijpelen en samenvloeien met het diepe grondwater. Ik ervaar een troostende aanwezigheid en voel me opgenomen in een kringloop waarvan ik de wetten slechts vaag kan vermoeden. Het bos heeft geen last van mijn verdriet, het is groot genoeg om op te nemen wat ik het geef. Op zo’n momenten krijgt een boom een schoot waarin ik me kan nestelen voor zo lang dat nodig is. Zonder oordeel laat het bos mij daar zitten. Het spel van zonlicht gaat onverminderd door tussen de bladeren. Kleine bewoners kruipen even goed over mijn benen als over boomwortels. Het bos laat mij begaan.

Het zou ook anders kunnen.
Vanaf het moment dat ik mij aan de voet van de boom zet, slingert er een tak klimop geluidloos over de grond naar me toe. Voor ik tot drie kan tellen word ik vakkundig gekneveld. Drie eekhoorns dribbelen uit de kruin naar beneden. Eén knijpt mijn neus dicht, de ander zet een trechter in mijn mond en de derde giet boomsap in mijn keel. Een colonne mieren zet zich in beweging naar mijn hoofd en maakt van mijn haar hun nieuwe nest. Drie bosspinnen starten razendsnel aan de bouw van webben tussen mijn tenen en de plaatselijke specht besluit mijn oren te testen op hun stevigheid. Tien kleine muizen knabbelen smakelijk van mijn vingerkootjes en om te voorkomen dat ik het hele bos bij elkaar schreeuw heeft een schattige mus een nest in mijn mond gemaakt. Regenwormen komen op het geluid van de specht af en boren gaatjes in het vel van mijn benen zoals ze zich en weg door de aarde banen. Ik zie nog net hoe een dikke rat met wellustige ogen komt aangesneld voor ik het bewustzijn verlies door een tak van de boom die met grote kracht recht op mijn borst slaat.

Maar kijk, niets van dit alles gebeurt echt.

Ik zit en blijf zitten tot mijn tranen op zijn. Het bos is vriendelijk en geen tak aan de bomen die er aan denkt een vredige wandelaar vijandig te benaderen. Hoe groot mijn emoties ook zijn, uitzinnige blijdschap of oeverloos verdriet, het bos weet er raad mee en blijft er steevast onbewogen bij.

Geen opmerkingen: