vrijdag 13 februari 2009

Wachten

Een deur gaat open. Zij staat in de deur, hij gaat weg, de deur gaat dicht. Daarna de ruimte van haar huis, waar een lichaam dat er net nog was, niet meer is. Dat lichaam wilde graag nog een beetje blijven.
Nu is er in haar huis een ruimte gevuld met afwezigheid. Een ruimte, soms veel groter dan zijn lichaam, soms veel kleiner. Net ernaast hangt een kleine ballon vol afwachting. Ongedurig wachten tot hij weer komt. De ruimte en de ballon schikken zich, installeren zich, maken het zichzelf gezellig. Ze zijn haar metgezel, ze kan er niet naast. Tijd, minuten, uren hangen als stroop om haar heen. Laat dit sneller gaan! Ze voert betekenisloze handelingen uit. Wachten tot een lege ruimte zich weer vult, ze is er niet goed in. Tot een gedicht van Joke Van Leeuwen in haar hoofd opkomt: vier manieren van wachten. Waarbij de vierde ‘niet’ is. Hier kiest ze voor en de tijd neemt opnieuw normale vormen aan.
En zo gebeurt het dat plots de deur opengaat, weer dicht gaat en hij aan haar kant van de deur staat. Zijn lichaam vult de afwezige ruimte. Soms vager, ongrijpbaarder, kleiner. Is dit dan waar zij zo naar uit keek? Maar meestal is hij echter dan zij hem kon bedenken.

Geen opmerkingen: