woensdag 1 april 2009

De berg van alles

Bovenop alles staat een huis. Bedenk andere huizen, bomen, rivieren, kerken, circussen en winkelcentra, bedenk alles en dan daar bovenop een huis. Het huis staat op een berg van alles. Het is het soort huis dat je meteen vergeet als je er niet meer naar kijkt. In dat huis wonen een oude dame, een oude heer en een jonge man.
Lichten branden er amper en eten doen ze zelden.
Zij frunnikt doelloos aan de randen van tafelkleden, ontwart draden van bollen wol en draagt elke dag propere kleren.
Hij zit schrijlings op punten van zetels als iemand die niet kiest tussen zitten en staan en zichzelf de kunst van allebei tesamen heeft aangemeten.
De jonge man loopt eindeloze rondjes en kent de vergeten hoeken van het huis als geen ander.
Alledrie praten ze met de berg.
Ze stellen de berg vragen over elkaar. Wat zou de jongeman vandaag graag eten? Gaat de oude man vandaag houtblokken halen voor het vuur? Hoeveel bollen wol gaat de oude dame nog afrollen en weer oprollen? Houdt de oude man nog van de oude vrouw en zij van hem en hoeveel dan? Zal de jonge man nog lang blijven?
Rechtstreeks contact is niet verboden, ze zijn alleen vergeten hoe dat gaat. Niet met elkaar praten is een gewoonte geworden. Een goede. Het brengt erg veel stilte in het huis op de berg van alles.
Het is die stilte die hen bindt en waarop de jonge man enkele jaren geleden afkwam. Deze soort stilte is eindeloos en heeft een zuigende kracht, ze trekt vooral de drukste en meest luidruchtige zielen aan. Voor de man is het een hele opgave om daar te blijven, maar tegelijk kan hij niet anders. Hij is lang blijven cirkelen rond de berg en kon zo een tijd uit het aantrekkingsveld blijven. Op een dag kwam hij te dicht en werd hij door de deur gezogen. Zoals wanneer je in elke hand een magneet houdt op een goede afstand van elkaar. Je voelt de aantrekkingskracht, maar je kan ze nog tegenhouden. Vanaf een bepaald punt echter hoor je ze met grote kracht tegen elkaar plakken. Er is een kracht van buitenaf voor nodig om ze weer van elkaar te halen.
Zo zit de jonge man vastgeklonken aan de stilte van het huis.

Geen opmerkingen: