maandag 15 oktober 2012

maandag

Maandagen als deze mogen er vaker zijn. En dan heb ik het niet over the day after. De verkiezingsuitslag is uiteraard zeer triest, maar die kon de blijdschap die ik voelde tijdens een mooie tocht doorheen mijn stad niet drukken.
De dag begon bij mijn favoriete garagist, die mooie man die zo ontroerend over zijn Libanon kan vertellen. Ik liet mijn wagen in goede handen achter en begon vanuit Stuivenberg te voet door de stad te dwalen. In de Lange Beeldekensstraat wandelde ik voorbij een Woonkantoor en plots flitste het gesprek met mijn vader door mijn hoofd over glas en ramen vervangen en dat daar toch subsidies voor zijn. Even mijn licht opsteken zou zeker geen kwaad kunnen. Een kwartiertje later stond ik weer buiten  met allerlei informatie in mijn tas, een glimlach op mijn lippen en hoop in mijn hart. Want ik zou wel eens in aanmerking kunnen komen voor heel wat meer subsidies dan ik dacht. Hoera, financiële meevallers zijn altijd welkom!
In bibliotheek Permeke vond ik één na één wat ik zocht, terwijl ik niet eens wist wat ik precies aan het zoeken was. Een film, een CD, een chicklit en 'Bloei, fascinerende oerverhalen over meisjes die vrouw worden'. Dat laatste boek daarvan wist ik wel dat ik het zocht en vandaag stond het voor mijn neus toen ik de bib binnenstapte, als enige overgebleven boek in een rek over sprookjes en vrouwen. Met mijn buit zette ik me in één van de rode zeteltjes aan de leeshoek. Lezen in de bib lijkt precies op lezen in het kwadraat. Je doet het samen met al die andere mensen rond jou, heerlijke sfeer geeft dat.
Mijn vlotte tocht zette zich verder op zoek naar een bankcontact om straks de herstelling van mijn auto te kunnen betalen. Dwars door het centraal station belandde ik op het Kievitplein, werd super vriendelijk bediend, at een preisoepje in de zon, en zette me nadien weer in beweging richting Stuivenberg.
Op de hoek aan Permeke hield ik even halt want de zon deed deugd op mijn rug. Plots hoorde ik 'wette waor da ge naortoe mut?' en even later weer 'wette waor da ge naortoe mut?' Ik draaide me om en zag een grote, ruige vent met lang blond grijs haar in een middenstreep vragend naar mij kijken. 'Oh, ik weet zeker waar da'k naartoe moet, maar ik sta efkes te genieten van de zon.' Waarop heel zijn gezicht in een glimlach plooide en hij uitriep: 'Schoën, weeral van da fijn volk!'
Na drie uur toerist in eigen stad stond ik weer bij mijn garagist. De riem die vervangen werd, lag als bewijsmateriaal in zijn garage. Met iets van bewondering in zijn stem vertelde hij dat het nog de originele was. Zo'n dertien jaar oud. Kon dus geen kwaad om eens vervangen te worden en ik kon weer rijden zonder dat het klonk alsof er tien vogeltjes door mijn motor draaiden.
Maandagen als deze mogen er vaker zijn.

1 opmerking:

Anoniem zei

Mooie smakelijke verhaaltjes...