Sa Re Ga is het begin van de Indische toonladder. Heel veel kan ik er niet over vertellen. Ik leerde hem nog maar een week geleden kennen. Hij werd op fijne wijze aan mij voorgesteld door Jackie Jassnes van Arttout. Elke noot is ook verbonden met een kleur, met een dier en met een paar mooie kwaliteiten. Maar het belangrijkste is natuurlijk dat deze toonladder zich ook uitstekend leent om te zingen. En dat heb ik gedaan, voorbije maandag, gezongen. Ik heb immers het dappere plan opgevat om stemwerk te volgen. Vertaling: ik ben al één les gaan zingen. In de vorige zin staat het werkwoord 'zingen' samen met 'ik'.
Dat is nog niet vaak gebeurd, die twee woorden in één zin.
Jawel, ik vergis mij, dat is al veel vaker gebeurd, maar dan in de samenstelling: 'ik kan niet zingen'.
Herinnering: als veertienjarig meisje kreeg ik muzikale vorming. Niet meteen mijn favoriete vak, ik had er bijzonder weinig aanknopingspunten mee. Er waren geen muzikanten in mijn gezin, niet onder mijn neven en nichten en ook niet onder mijn nonkels, tantes, grootouders. Toch niet dat ik weet. Dus geen affiniteit met toonladders of blokfluit te bespeuren in mijn jonge leven. Wel voorzichtig verjaardagsgezang in de Lambrechtsenclan, waar niemand echt bijzonder vocale kwaliteiten heeft. Met z'n allen samen zingen na het eten op chirokamp, dat ging nog net. Pas op, dat vond ik zelfs leuk. Maar terug naar die les muzikale vorming, gegeven door een witharig fossiel. Hij had het plan opgevat dat wij als kleine schepsels een examen muziek maar het beste konden doorspartelen als we in ons eentje een moeilijk liedje moesten zingen, begeleid door hem op piano, helemaal alleen staande naast die piano en dus op die manier staande voor de hele klas, waarbij je goed doordrongen werd van al die priemende blikken en die grote oren van je klasgenoten. Dat vooruitzicht heeft me weken stress gekost. En weken oefenen met een klasgenootje met een engelenstem en dito geduld. Om dan op het examen zelf met een trillend piepstemmetje enkele valse noten uit mijn dichtgeknepen strot te persen en daarop zijn medelijdende blik te oogsten, pretlichtjes in de ogen van mijn klasgenoten en zelfs hier en daar een zucht van opluchting als mijn liedje gedaan was.
Twintig jaar later heb ik voldoende moed opgevat om het plezier van zingen te gaan herontdekken. Om mijn stem te leren kennen. Om de spanning rond mijn borst en keel ruimte te geven. Om niet meer te denken 'ik durf niet'. Het domein dat de hele tijd afgesloten is geweest door het slot 'ik durf niet' wil ik weer openmaken en in mijn leven opnemen. Het kan er alleen maar rijker door worden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten