Ik ben in de ban. Zoals honderdduizenden andere mensen. In de ban van een boek 'De kracht van kwetsbaarheid'. Brené Brown weet blijkbaar een gevoelige snaar te raken. Haar filmpjes op Youtube gaan viraal. Hoe komt het dat een thema plots zo aanslaat? Hebben we het allemaal nodig? Staan we collectief open voor meer kwetsbaarheid in ons leven? Het stemt me hoopvol dat dit thema zo aanslaat. Ik ben nog niet helemaal door het boek heen, maar het heeft me al diep geraakt. Ik heb zinnen en alinea's onderlijnd. Niet in potlood, maar in helderblauwe stift. Dat doe ik normaal nooit in een boek. Maar dit boek is een blijver, eentje om te herlezen ook.
En om jou ook zin te doen krijgen in het boek, hier alvast een fijn filmpje over empathie en sympathie, met de stem van Brené Brown en dus in het Engels.
Empathy Brené Brown
maandag 27 januari 2014
vrijdag 3 januari 2014
Mooie vrouwen
Zo'n mooie vrouwen die zo lang moeten nadenken over hun schoonheid! Ok, het is een video gemaakt door Dove, er is natuurlijk enig regisseerwerk aan te pas gekomen, maar toch. Hoe lang moet jij nadenken over wat je aan je lichaam apprecieert? Welk deel jouw favoriete onderdeel van je lijf is? We zijn veel sneller met benoemen waar we niet van houden. En als ik dan als buitenstaander naar de dijen of armen van de vrouw in kwestie kijkt, dan zie ik helemaal niets mis.
Laten we onszelf liever zien in 2014. Zelfzorg en zelfliefde, voor onze prachtige lijven, zodat we kunnen stralen.
Dit filmpje inspireert me ook om eens een SoulCollage workshop te organiseren rond het thema 'innerlijke criticus' of rond het thema 'schoonheid' of 'vrouw-zijn'. Ik hou jullie op de hoogte!
(met dank aan mijn Nederlandse collega Elma Van Der Salm voor het delen van dit filmpje op facebook)
maandag 11 februari 2013
Sneeuwveld
Ken je dat? De
ongelooflijke pret om als eerste over een besneeuwd veld te wandelen? Onbegane
sneeuw oefent een aantrekkingskracht uit, maakt het bijzonder dat net ik daar
wandel, want je kan duidelijk zien dat er de voorbije dagen niemand anders
heeft gewandeld. Voor een vrouw uit de stad is het extra bijzonder. In de stad
vind ik na een halve dag sneeuw immers al geen onbegane weg meer, geen lapje
sneeuw zonder voetsporen, geen kraakhelder wit veld dat schittert in de zon. Mijn
eerste voetstap in zo’n krakende sneeuwlaag, heerlijk!
En ergens ook wel spannend. Want ik heb geen idee wat er zich onder de sneeuw schuilhoudt. Oké, ik ben niet in hooggebergte waar er ravijnen en bevroren onderlagen voor gevaar kunnen zorgen. En toch. Ik ben een klein beetje avonturier, ontdekkingsreiziger want ik ga waar nooit iemand ging. Ik zet voet voor voet, niet wetende waar ik precies op stap. Gras? Modder? Bladeren? Hoopje zand? Bevroren plas? Bovendien is de taal van de sneeuw mij vreemd. De eskimo’s hebben er zoveel woorden voor, maar ik ben wat dat betreft sneeuwblind. Ik zie wel het ongelooflijke aanpassingsvermogen van de sneeuw. Het volgt helemaal de lijn van dat wat er onder ligt. Kleine bulten, kuiltjes, een tak, een wortel, de sneeuw legt zich overal overheen. Maar verder weet ik niets over kleur, textuur of smaak dat mij extra info kan geven, dat mij nog meer zou doen zien. Dus geniet ik, van de pracht van een lijn sneeuw op een tak in een boom. Van een spoor van een dier langs de rand van een bos. Van het kraken van de sneeuw onder mijn met gaiters ingepakte schoenen.
En ergens ook wel spannend. Want ik heb geen idee wat er zich onder de sneeuw schuilhoudt. Oké, ik ben niet in hooggebergte waar er ravijnen en bevroren onderlagen voor gevaar kunnen zorgen. En toch. Ik ben een klein beetje avonturier, ontdekkingsreiziger want ik ga waar nooit iemand ging. Ik zet voet voor voet, niet wetende waar ik precies op stap. Gras? Modder? Bladeren? Hoopje zand? Bevroren plas? Bovendien is de taal van de sneeuw mij vreemd. De eskimo’s hebben er zoveel woorden voor, maar ik ben wat dat betreft sneeuwblind. Ik zie wel het ongelooflijke aanpassingsvermogen van de sneeuw. Het volgt helemaal de lijn van dat wat er onder ligt. Kleine bulten, kuiltjes, een tak, een wortel, de sneeuw legt zich overal overheen. Maar verder weet ik niets over kleur, textuur of smaak dat mij extra info kan geven, dat mij nog meer zou doen zien. Dus geniet ik, van de pracht van een lijn sneeuw op een tak in een boom. Van een spoor van een dier langs de rand van een bos. Van het kraken van de sneeuw onder mijn met gaiters ingepakte schoenen.
vrijdag 25 januari 2013
Taferelen
Ik fiets. Het is koud. Het vriest. Onder mijn jeans draag ik een kousenbroek, ik heb wollen kousen aan, draag 4 lagen onder mijn jas, een sjaal en cape over mijn jas en een kleurrijke hoofdband. Ik wil het absoluut niet koud krijgen en dat lukt me ook. Zodanig dat ik na een tijdje fietsen lichtjes begin te zweten. Maar ik geniet van deze eerste fietstocht door de witte wereld. Bijt maar in mijn wangen, gij winter! In de verte zie ik een postbode op zijn fiets. Dat beroep bij dit weer, deze mensen moeten intussen gehard zijn. Deze gedachte is kakelvers als ik zie dat deze postman een korte broek draagt. Hij trotseert de vrieskoude in korte broek! Zijn kuiten zien er stevig uit, zijn wangen blozen vrolijk. Volgens mij zat hij bij de scouts of de chiro.
Ik zit in de trein. De trein zit vol. Iedereen zijn of haar bezigheid. Zo ook de conducteur die op deze vrijdagse drukke trein zijn plicht doet. Een koppeltje toont een vervoerbewijs. De conducteur zegt dat dit niet geldig is. Ze kijken hulpeloos. Hij wijst naar haar tas en vraagt of ze een identiteitsbewijs bij hebben, of een SIS-kaart ofzo. Zij schudt van nee en zegt dat dit een andere handtas is. Wat moet de conducteur daar mee? Hij beslist dat ze moeten afstappen in het volgende station. Dan vraagt de jongeman die tegenover het koppeltje zit hoeveel hun ticket kost. Hij betaalt met de glimlach de 8,8 euro die hen naar Gent brengt. Jammer genoeg versta ik niet wat hij daarbij tegen hen zegt. Maar het is een schoon gebaar. Ieder zijn beschermengel.
Ik zit in de trein. De trein zit vol. Iedereen zijn of haar bezigheid. Zo ook de conducteur die op deze vrijdagse drukke trein zijn plicht doet. Een koppeltje toont een vervoerbewijs. De conducteur zegt dat dit niet geldig is. Ze kijken hulpeloos. Hij wijst naar haar tas en vraagt of ze een identiteitsbewijs bij hebben, of een SIS-kaart ofzo. Zij schudt van nee en zegt dat dit een andere handtas is. Wat moet de conducteur daar mee? Hij beslist dat ze moeten afstappen in het volgende station. Dan vraagt de jongeman die tegenover het koppeltje zit hoeveel hun ticket kost. Hij betaalt met de glimlach de 8,8 euro die hen naar Gent brengt. Jammer genoeg versta ik niet wat hij daarbij tegen hen zegt. Maar het is een schoon gebaar. Ieder zijn beschermengel.
maandag 15 oktober 2012
maandag
Maandagen als deze mogen er vaker zijn. En dan heb ik het niet over the day after. De verkiezingsuitslag is uiteraard zeer triest, maar die kon de blijdschap die ik voelde tijdens een mooie tocht doorheen mijn stad niet drukken.
De dag begon bij mijn favoriete garagist, die mooie man die zo ontroerend over zijn Libanon kan vertellen. Ik liet mijn wagen in goede handen achter en begon vanuit Stuivenberg te voet door de stad te dwalen. In de Lange Beeldekensstraat wandelde ik voorbij een Woonkantoor en plots flitste het gesprek met mijn vader door mijn hoofd over glas en ramen vervangen en dat daar toch subsidies voor zijn. Even mijn licht opsteken zou zeker geen kwaad kunnen. Een kwartiertje later stond ik weer buiten met allerlei informatie in mijn tas, een glimlach op mijn lippen en hoop in mijn hart. Want ik zou wel eens in aanmerking kunnen komen voor heel wat meer subsidies dan ik dacht. Hoera, financiële meevallers zijn altijd welkom!
In bibliotheek Permeke vond ik één na één wat ik zocht, terwijl ik niet eens wist wat ik precies aan het zoeken was. Een film, een CD, een chicklit en 'Bloei, fascinerende oerverhalen over meisjes die vrouw worden'. Dat laatste boek daarvan wist ik wel dat ik het zocht en vandaag stond het voor mijn neus toen ik de bib binnenstapte, als enige overgebleven boek in een rek over sprookjes en vrouwen. Met mijn buit zette ik me in één van de rode zeteltjes aan de leeshoek. Lezen in de bib lijkt precies op lezen in het kwadraat. Je doet het samen met al die andere mensen rond jou, heerlijke sfeer geeft dat.
Mijn vlotte tocht zette zich verder op zoek naar een bankcontact om straks de herstelling van mijn auto te kunnen betalen. Dwars door het centraal station belandde ik op het Kievitplein, werd super vriendelijk bediend, at een preisoepje in de zon, en zette me nadien weer in beweging richting Stuivenberg.
Op de hoek aan Permeke hield ik even halt want de zon deed deugd op mijn rug. Plots hoorde ik 'wette waor da ge naortoe mut?' en even later weer 'wette waor da ge naortoe mut?' Ik draaide me om en zag een grote, ruige vent met lang blond grijs haar in een middenstreep vragend naar mij kijken. 'Oh, ik weet zeker waar da'k naartoe moet, maar ik sta efkes te genieten van de zon.' Waarop heel zijn gezicht in een glimlach plooide en hij uitriep: 'Schoën, weeral van da fijn volk!'
Na drie uur toerist in eigen stad stond ik weer bij mijn garagist. De riem die vervangen werd, lag als bewijsmateriaal in zijn garage. Met iets van bewondering in zijn stem vertelde hij dat het nog de originele was. Zo'n dertien jaar oud. Kon dus geen kwaad om eens vervangen te worden en ik kon weer rijden zonder dat het klonk alsof er tien vogeltjes door mijn motor draaiden.
Maandagen als deze mogen er vaker zijn.
De dag begon bij mijn favoriete garagist, die mooie man die zo ontroerend over zijn Libanon kan vertellen. Ik liet mijn wagen in goede handen achter en begon vanuit Stuivenberg te voet door de stad te dwalen. In de Lange Beeldekensstraat wandelde ik voorbij een Woonkantoor en plots flitste het gesprek met mijn vader door mijn hoofd over glas en ramen vervangen en dat daar toch subsidies voor zijn. Even mijn licht opsteken zou zeker geen kwaad kunnen. Een kwartiertje later stond ik weer buiten met allerlei informatie in mijn tas, een glimlach op mijn lippen en hoop in mijn hart. Want ik zou wel eens in aanmerking kunnen komen voor heel wat meer subsidies dan ik dacht. Hoera, financiële meevallers zijn altijd welkom!
In bibliotheek Permeke vond ik één na één wat ik zocht, terwijl ik niet eens wist wat ik precies aan het zoeken was. Een film, een CD, een chicklit en 'Bloei, fascinerende oerverhalen over meisjes die vrouw worden'. Dat laatste boek daarvan wist ik wel dat ik het zocht en vandaag stond het voor mijn neus toen ik de bib binnenstapte, als enige overgebleven boek in een rek over sprookjes en vrouwen. Met mijn buit zette ik me in één van de rode zeteltjes aan de leeshoek. Lezen in de bib lijkt precies op lezen in het kwadraat. Je doet het samen met al die andere mensen rond jou, heerlijke sfeer geeft dat.
Mijn vlotte tocht zette zich verder op zoek naar een bankcontact om straks de herstelling van mijn auto te kunnen betalen. Dwars door het centraal station belandde ik op het Kievitplein, werd super vriendelijk bediend, at een preisoepje in de zon, en zette me nadien weer in beweging richting Stuivenberg.
Op de hoek aan Permeke hield ik even halt want de zon deed deugd op mijn rug. Plots hoorde ik 'wette waor da ge naortoe mut?' en even later weer 'wette waor da ge naortoe mut?' Ik draaide me om en zag een grote, ruige vent met lang blond grijs haar in een middenstreep vragend naar mij kijken. 'Oh, ik weet zeker waar da'k naartoe moet, maar ik sta efkes te genieten van de zon.' Waarop heel zijn gezicht in een glimlach plooide en hij uitriep: 'Schoën, weeral van da fijn volk!'
Na drie uur toerist in eigen stad stond ik weer bij mijn garagist. De riem die vervangen werd, lag als bewijsmateriaal in zijn garage. Met iets van bewondering in zijn stem vertelde hij dat het nog de originele was. Zo'n dertien jaar oud. Kon dus geen kwaad om eens vervangen te worden en ik kon weer rijden zonder dat het klonk alsof er tien vogeltjes door mijn motor draaiden.
Maandagen als deze mogen er vaker zijn.
zondag 7 oktober 2012
Jungle van hout
De afwerkfase van mijn keukenverbouwing, daar zit ik middenin. Ik typ dit stukje en ondertussen zie ik overal op mijn vingers verfstrepen en kleine tikjes op mijn nagels die er met het wassen dan toch niet zijn afgeraakt.
Deze afwerkfase bracht me in de Woodtex, mijn eerste keer! Ik had plintjes nodig, had netjes alle maten opgemeten en stapte vol goeie moed door de ingang. De jungle van hout zou me niet opslokken, want ik zou meteen de eerste de beste tarzan bij de arm nemen om me de weg te wijzen naar de plintjesafdeling. En ik had hem snel gespot, de woodtex-tarzan met boven zijn hoofd het bordje 'informatiebalie'. Kijk, dat is nu eens echt handig voor klanten met verdwaal-potentieel: bordjes. Het hielp tarzan ook om mij de weg te wijzen, want de hele winkel hing vol met van die wegwijzerbordjes. De plintjes had ik dan ook snel gevonden, maar na een snelle keuring zag ik dat dit niet was waar ik naar op zoek was. Deze waren allemaal te gestyled. Ik wilde gewoon recht op recht exemplaren die passen bij de ouderwetse plintjes in de rest van mijn huis. Terug naar tarzan dan maar, die nog altijd even vriendelijk onder zijn bordje zat. Toen hij uitleg gaf over de verschillende mogelijkheden om de plintjes uit een plaat te laten zagen, begon hij zowaar over de plintjes in zijn eigen hut. Ik vroeg me af of er ook een Jane in zijn hut zou wonen. Noem het vrouwelijke nieuwsgierigheid, ik heb graag het volledige plaatje, maar ik was wel zo wijs om die vraag niet luidop te stellen. Dit was meer het moment voor het soort vragen als: 'Hoe groot moet die plaat dan zijn? Hoeveel plintjes krijg ik uit die plaat? Zijn er ook platen van 10cm dik? Krijg ik dat wel in mijn auto?' En hij begon te tekenen en te rekenen en even later wist ik wat ik nodig had. Toen ik naar buiten moest om een karretje te halen voor de groene mdf-plaat die ik zou kopen en laten zagen, vergezelde hij mij en liet me via een truukje met de schuifdeuren langs de foute kant naar buiten. Zo kon ik sneller bij de karretjes en had hij ineens ook zijn pauze om een sigaretje te roken. Tarzan met een sigaret...ik hoop dat zijn Jane er tegen kan.
Deze afwerkfase bracht me in de Woodtex, mijn eerste keer! Ik had plintjes nodig, had netjes alle maten opgemeten en stapte vol goeie moed door de ingang. De jungle van hout zou me niet opslokken, want ik zou meteen de eerste de beste tarzan bij de arm nemen om me de weg te wijzen naar de plintjesafdeling. En ik had hem snel gespot, de woodtex-tarzan met boven zijn hoofd het bordje 'informatiebalie'. Kijk, dat is nu eens echt handig voor klanten met verdwaal-potentieel: bordjes. Het hielp tarzan ook om mij de weg te wijzen, want de hele winkel hing vol met van die wegwijzerbordjes. De plintjes had ik dan ook snel gevonden, maar na een snelle keuring zag ik dat dit niet was waar ik naar op zoek was. Deze waren allemaal te gestyled. Ik wilde gewoon recht op recht exemplaren die passen bij de ouderwetse plintjes in de rest van mijn huis. Terug naar tarzan dan maar, die nog altijd even vriendelijk onder zijn bordje zat. Toen hij uitleg gaf over de verschillende mogelijkheden om de plintjes uit een plaat te laten zagen, begon hij zowaar over de plintjes in zijn eigen hut. Ik vroeg me af of er ook een Jane in zijn hut zou wonen. Noem het vrouwelijke nieuwsgierigheid, ik heb graag het volledige plaatje, maar ik was wel zo wijs om die vraag niet luidop te stellen. Dit was meer het moment voor het soort vragen als: 'Hoe groot moet die plaat dan zijn? Hoeveel plintjes krijg ik uit die plaat? Zijn er ook platen van 10cm dik? Krijg ik dat wel in mijn auto?' En hij begon te tekenen en te rekenen en even later wist ik wat ik nodig had. Toen ik naar buiten moest om een karretje te halen voor de groene mdf-plaat die ik zou kopen en laten zagen, vergezelde hij mij en liet me via een truukje met de schuifdeuren langs de foute kant naar buiten. Zo kon ik sneller bij de karretjes en had hij ineens ook zijn pauze om een sigaretje te roken. Tarzan met een sigaret...ik hoop dat zijn Jane er tegen kan.
woensdag 19 september 2012
Stroom
Om nog even op het zingen terug te komen - of vooruit te lopen als je dit blogtekstje eerst leest.
Voorbije maandag zat ik met een sinusitis-snot-hoofdpijn-kop. Die had zich traag maar zeker ontwikkeld tijdens het weekend. Alleen al het idee aan zingen stond me tegen. Ik had geen idee hoe ik deftige klank zou kunnen uitbrengen. Bovendien had ik een suizend oor. En tijdens vorige les had Jackie verteld dat we naar onze eigen oren moesten zingen en er moesten op letten of onze trommelvliezen trilden. Mijn hersenen moesten duidelijk nieuwe verbindingen maken om deze informatie te verwerken. Ik deed mijn best om zo te zingen en iets in mijn oren te voelen, maar dat was allemaal erg vaag. Voorbije maandag suisden mijn oren al zonder dat ik zong, dus dat was een hele verbetering.
Na wat massage, beweging en speelse oefeningen gingen we weer met Sa Re Ga aan de slag. Jackie zong combinaties voor en wij zongen die na. Het vergde al heel wat concentratie om te onthouden wat zij net een seconde geleden gezongen had. Nadien moest een medeleerling alleen improviseren. Ik was vooral blij dat zij aan de beurt was en dat ik even achterover kon leunen, want dat suizend oor begon serieus vermoeiend te worden. Maar kijk, ook dan komen er mooie boodschappen binnen. Over je klank zacht laten beginnen, hem niet maken maar hem ontvangen en hem dan voller en voller laten worden, hem voelen, hem verkennen en pas overgaan naar de volgende klank als je helemaal je stroom gevonden hebt, als je er midden in zit. Want zo is het in het leven toch ook, je kan maar vanuit je eigen stroom naar het volgende overstappen, als je voelt dat het helemaal goed zit.
En dat kwam binnen.
Want hoe vaak denk ik niet dat ik al klaar ben voor het volgende, terwijl ik eigenlijk nog niet in mijn stroom zit. Hoe vaak zet ik geen stappen omdat ik mezelf innerlijk een duw in mijn rug geef, me geen rust gun, altijd maar verder moet. Ik ga eens proberen een tijdje gewoon te blijven staan, te ontvangen, te kijken en te voelen. Dan mag ik innerlijk duwen wat ik wil en mezelf proberen overtuigen met allerlei argumenten, ik zal pas stappen als ik mijn stroom gevonden heb, als ik voel dat het helemaal goed zit.
En met die sinusitis-snot-hoofdpijn-kop was het de dag nadien al veel beter, zingen blijkt een krachtig medicijn.
Voorbije maandag zat ik met een sinusitis-snot-hoofdpijn-kop. Die had zich traag maar zeker ontwikkeld tijdens het weekend. Alleen al het idee aan zingen stond me tegen. Ik had geen idee hoe ik deftige klank zou kunnen uitbrengen. Bovendien had ik een suizend oor. En tijdens vorige les had Jackie verteld dat we naar onze eigen oren moesten zingen en er moesten op letten of onze trommelvliezen trilden. Mijn hersenen moesten duidelijk nieuwe verbindingen maken om deze informatie te verwerken. Ik deed mijn best om zo te zingen en iets in mijn oren te voelen, maar dat was allemaal erg vaag. Voorbije maandag suisden mijn oren al zonder dat ik zong, dus dat was een hele verbetering.
Na wat massage, beweging en speelse oefeningen gingen we weer met Sa Re Ga aan de slag. Jackie zong combinaties voor en wij zongen die na. Het vergde al heel wat concentratie om te onthouden wat zij net een seconde geleden gezongen had. Nadien moest een medeleerling alleen improviseren. Ik was vooral blij dat zij aan de beurt was en dat ik even achterover kon leunen, want dat suizend oor begon serieus vermoeiend te worden. Maar kijk, ook dan komen er mooie boodschappen binnen. Over je klank zacht laten beginnen, hem niet maken maar hem ontvangen en hem dan voller en voller laten worden, hem voelen, hem verkennen en pas overgaan naar de volgende klank als je helemaal je stroom gevonden hebt, als je er midden in zit. Want zo is het in het leven toch ook, je kan maar vanuit je eigen stroom naar het volgende overstappen, als je voelt dat het helemaal goed zit.
En dat kwam binnen.
Want hoe vaak denk ik niet dat ik al klaar ben voor het volgende, terwijl ik eigenlijk nog niet in mijn stroom zit. Hoe vaak zet ik geen stappen omdat ik mezelf innerlijk een duw in mijn rug geef, me geen rust gun, altijd maar verder moet. Ik ga eens proberen een tijdje gewoon te blijven staan, te ontvangen, te kijken en te voelen. Dan mag ik innerlijk duwen wat ik wil en mezelf proberen overtuigen met allerlei argumenten, ik zal pas stappen als ik mijn stroom gevonden heb, als ik voel dat het helemaal goed zit.
En met die sinusitis-snot-hoofdpijn-kop was het de dag nadien al veel beter, zingen blijkt een krachtig medicijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)